Energiestromen in het lichaam
De afbeelding geeft een grafische illustratie van de verschillende soorten energie. Bij mensen die een energiebalans hebben, is de totale hoeveelheid energie die binnenkomt (gross/energy of bruto energie) gelijk aan de energie die uitgaat. De laatste bestaat uit twee componenten:
1. Energie verloren in ontlasting en urine,
2. Energie verloren als verbrande energie (uitgaven)
Zoals al aangegeven, is de energie-inhoud van voedingsmiddelen aangegeven op de verpakking en daarmee de berekening van onze energie-inname gebaseerd op metaboliseerbare energie, wat betekent dat bij het berekenen van de energie-inname al rekening is gehouden met energieverlies in ontlasting en urine. Vandaar dat bij mensen die in energiebalans zijn, de energie-inname (als metaboliseerbare energie) gelijk is aan het energieverbruik (energie gaat uit). De metaboliseerbare energie is beschikbaar voor verbranding om netto energie te leveren.
Netto energie is beschikbaar voor het uitvoeren van verschillende taken in het lichaam. Deze energievretende taken zijn onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: 1) onderhoud, 2) fysieke activiteit, 3) groei. Het dagelijkse energieverbruik is ongeveer 2000 Kcal voor een gemiddeld vrouwelijk en ongeveer 2500 Kcal voor een gemiddeld mannetje. Deze aantallen kunnen aanzienlijk hoger of lager zijn, afhankelijk van lichaamsgrootte, ziekte en fysieke activiteit.
Het hoofdproces fysieke activiteit omvat alles waarbij je energie gebruikt om te bewegen bijvoorbeeld wandelen, hardlopen, voetballen, volleyballen etc. valt onder dit hoofdproces.
Het hoofdproces groei omvat alle processen waarbij je energie gebruikt om nieuw weefsel of andere onderdelen van het lichaam aan te maken.
Het hoofdproces onderhoud bevat alle fysiologische processen die nodig zijn voor de mens om te overleven. Dit zijn processen als het kloppen van het hart, het functioneren van de hersenen, ademhaling etc. Ook de energie die gebruikt wordt om voeding te verteren en absorberen valt onder het hoofdproces onderhoud.
De energie die een lichaam nodig heeft een vastende staat, dus wanneer de mens niet aan het verteren is, is uitgedrukt in de Basal Metabolic Rate (BMR). De BMR gebruikt ongeveer 60-70 % van ons dagelijks energie gebruik.
Wanneer er niet direct energie beschikbaar is uit voeding, worden de opslagvormen aangesproken. Deze opslagvormen, veelal glycogeen en vetzuren, worden omgezet in glucose en gebruikt als energiebron.