Voedingsleer 3 - Les 1

1 / 24
next
Slide 1: Slide
VoedingsleerMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voedingsleer - les 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
  1. 18 mei'23 Hemelvaart
  2. 25 mei''23 Energiehomeostase
  3. 01 juni'23 Glucose homeostase, diabetes en zoetstoffen
  4. 08 juni'23 Vocht, allergenen en intoleranties Medische voeding en PKU
  5. 15 juni'23 Obesitas en diëten
  6. 22 juni'23 Invloed vegetarisme en veganisme
  7. 29 juni'23 Oefenen lesstof
  8. 06 juli'23 Toets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning

Deel 1: (15 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag met korte herhaling van vorig jaar 
Deel 2: (40 minuten)
  • Klassikale uitleg energie-homeostase 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Wat weet je nog van vorig jaar?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht - Concept Mapping
Ga aan de slag met de opdracht conceptmapping op het dashboard.

Breng voor jezelf de verschillende begrippen in kaart die te maken hebben met de lesstof voedingsleer uit leer jaar 1

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

En door met de nieuwe theorie!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan jullie vandaag leren:

• Jij kan uitleggen hoe de energiehomeostase werkt en welke factoren invloed hierop hebben

• Jij hebt kennis van de BMR en weet welke gevolgen dit heeft voor de energie opslag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lees het krantenartikel: 

Weet waarom je eet op het dashboard 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Energie homeostase,
wat betekent het?

Slide 10 - Mind map

Homeostase is het vermogen van je lichaam om je gezondheid te bewaken. Je lichaam doet dit door het inwendige milieu continue te herstellen, ook wanneer de omstandigheden veranderen. Hiervoor maakt je lijf gebruik van allerlei regelmechanismen. Om homeostase beter te begrijpen, leggen we uit wat je interne milieu inhoudt en wanneer je in homeostase bent. Ook lichten we toe hoe homeostase verstoord kan raken.
Homeostase: zó houdt dit zelfhelende proces jouw lichaam in balans
Om te begrijpen wat homeostase is, moet je eerst snappen wat wordt bedoeld met je ‘inwendige milieu’. Het inwendige milieu in je lichaam bestaat uit het weefselvocht. Dit vocht bevindt zich tussen je cellen en haarvaten. Dit interne milieu zorgt voor het verversen van je cellen. Je kunt het zien als een kringloop. Deze kringloop begint bij je bloed. Bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen via het interne milieu naar je cellen. Je cellen geven vervolgens afvalstoffen – via het interne milieu – af aan het bloed. Het bloed moet de afvalstoffen kwijt en geeft ze af aan organen zoals je darmen, je nieren en je longen. Je organen nemen de afvalstoffen op en zorgen ervoor dat ze je lichaam verlaten, bijvoorbeeld door uit te ademen of door ontlasting. Vervolgens voorzien je organen het bloed weer van zuurstof en voedingsstoffen. Je bloed geeft ze vervolgens af aan het interne milieu en zo gaat de cirkel rond.
Homeostase in het lichaam
Het hierboven beschreven zelfhelende proces wordt homeostase genoemd. Het is het op peil houden van de voedingsstoffen en afvalstoffen in de cellen via het interne milieu. Wanneer de kringloop door verandering van omstandigheden uit evenwicht raakt, passen de overige elementen zich aan. Hierdoor wordt de balans hersteld. Een goed voorbeeld van ‘verstoorde omstandigheden’ is sporten. Inspanning vraagt veel energie van je lichaam. Hierdoor blijft er minder zuurstof en voedingsstoffen over voor de cellen en organen in het interne milieu. Homeostase zorgt er voor dat je hart sneller gaat kloppen om meer zuurstof rond te pompen. Door te gaan zweten zorgt je lichaam ervoor dat afvalstoffen worden afgedreven en de temperatuur van je lichaam wordt gereguleerd. Hierdoor komt je lichaam weer in balans en kan er voldoende energie worden afgegeven aan de cellen en organen.
Verstoorde homeostase
Homeostase is noodzakelijk wanneer je gezond wilt blijven. Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op je homeostase. Dit zijn onder andere:
voeding
temperatuur
beweging
medicatie
stress
giftige stoffen
Door bijvoorbeeld lange tijd een voedingspatroon te volgen dat niet bij je past, langdurige stress, ziekte of vervuilde lucht kan je homeostase verstoord worden en uit balans raken. Als gevolg hiervan kunnen uiteenlopende klachten ontstaan.
Levensstijl
Wanneer je homeostase verstoord is, is dit het teken dat je iets moet veranderen om je lichaam weer terug in balans te krijgen. Dit is belangrijk zodat het zichzelf kan beschermen tegen de verschillende invloeden van buitenaf en de interne processen en organen weer optimaal kunnen functioneren. Daarbij is een gezonde leefstijl van groot belang. Voed je lichaam met de juiste voeding, slik dagelijks een goede multivitamine om eventuele tekorten in voedingsstoffen te voorkomen, beweeg voldoende, zorg voor een goede nachtrust en ontspanning waardoor je in balans raakt en de interne processen en organen optimaal kunnen functioneren.
Afvallen en homeostase
Homeostase is dus noodzakelijk wanneer je gezond wilt blijven, maar toch kan dat evenwicht van je lichaam ook nadelen hebben. Bijvoorbeeld als je wilt afvallen. Wanneer je minder gaat eten, heeft dat in eerste instantie een positief effect op je gewicht. Je energie inname ligt onder je energieverbruik, en dus val je af. Je lichaam vindt die ongelijkheid echter niet prettig en past je stofwisseling zodanig aan dat je energieverbruik óók omlaag gaat. Het gevolg: je verliest geen gewicht. Wat helpt is je lichaam weer uit de homeostase brengen door te gaan sporten.
Sport en homeostase
Je lichaam hoeft niet altijd perfect in balans te zijn. Sporten is een voorbeeld van een gezonde manier om de balans te verstoren. Door te sporten haal je het lichaam als het ware uit homeostase. Het lichaam reageert hier vervolgens op door het te herstellen boven het oorspronkelijke uitgangsniveau, je wordt sterker. Door jezelf uit te dagen en je lichaam bewust uit balans te halen boek je op termijn vooruitgang.
Energie homeostase,
hoe werkt het?

Slide 11 - Open question

De hoeveelheid energie die opgeslagen wordt in het lichaam is afhankelijk van de verschillende factoren. Zo bepaalt de inname van voedingsstoffen, maar ook gebruik van de verschillende voedingsstoffen hoeveel energie er wordt opgeslagen in het lichaam.
In figuur ??? is de werking hiervan te zien. De dikte van de pijlen geeft aan hoe groot de hoeveelheid energie is. Hoe dikker de pijl, hoe meer energie het bevat. Aan de linkerkant valt te zien dat de energie inname hoger is dan het energiegebruik. Dit betekent dat er een overschot aan energie is. Deze energie wordt omgezet en opgeslagen voor later gebruik. Aan de rechterkant is te zien dat de energie inname lager is dan het energiegebruik. Dit betekent dat er een tekort is aan energie. Dit tekort wordt aangevuld door de opgeslagen energie om te zetten in direct te gebruiken energie.

Feedback mechanisme bij voedselconsumptie
  • De voedselconsumptie wordt door het lichaam ook zelf geregeld met behulp van fysiologische feedback signalen
  • Korte termijn
  • Lange termijn
Fysiologische processen

Processen met betrekking tot de natuurlijke verrichtingen van (organen van) levende wezens

Slide 12 - Slide

Feedback mechanisme bij voedselconsumptie
De fysiologische regulatie van voedselconsumptie wordt geregeld door feedback signalen. Deze signalen kunnen zowel op korte termijn als op lange termijn werkzaam zijn. 

Voordat we verder gaan:
Maak voor jezelf een tabel met 2 kolommen:
  • Korte termijn regulatie
  • Lange termijn regulatie


Let op: Eerst krijgen jullie korte uitleg, daarna verdiepend

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Korte termijn regulatie
  • Vanuit het spijsverteringskanaal
  • Beïnvloeden verzadiging
  • Signalen opgevangen door hypothalamus
Hypothalamus

Slide 14 - Slide

De korte termijn signalen komen vanuit het spijsverteringskanaal en beïnvloeden de verzadiging. De lange termijn signalen komen vanuit het vetweefsel en weerspiegelen de grootte van de opslag van vetten.
Deze signalen worden ontvangen in de hersenen, in de hypothalamus. De hypothalamus ontvangt naast deze signalen ook signalen uit de emotie, het nadenken en sensorische voorkeuren. Al deze signalen samen beïnvloeden de honger, eetlust en het zoekgedrag naar eten van de mens.
De afbeelding laat de mechanismen zien die bijdragen aan de regulatie van voedselinname op korte en lange termijn. Wanneer er voedsel wordt geconsumeerd heeft dit tot gevolg dat de maag zich direct gaat uitrekken waardoor er een gevoel van verzadiging ontstaat. Daarnaast zorgt het voedsel dat in het spijsverteringskanaal aanwezig is voor remming van de hormonen die honger veroorzaken en voor een stimulans van de hormonen die een verzadigingsgevoel veroorzaken. Bekende hormonen die verzadiging veroorzaken zijn cholecystokinine (CCK) en glucagon-like peptide 1 (GLP-1). De opname van glucose en aminozuren in de bloedbaan activeert zenuwcellen in de hypothalamus die gevoelig zijn voor de aanwezigheid van voedingsstoffen.
Lange termijn regulatie
  • Vanuit vetweefsel
  • Weerspiegelen de grootte van de opslag van vetten
  • Signalen opgevangen door hypothalamus

Slide 15 - Slide

De lange termijn regulatie vindt plaats via het hormoon leptine. Leptine wordt geproduceerd door het vetweefsel. De productie van leptine en de hoeveelheid aanwezig in het bloed is afhankelijk van de vetmassa die mensen hebben. Al deze signalen worden opgevangen door cellen in de hypothalamus, waardoor er een verzadigingsgevoel ontstaat. Wanneer er een tekort aan leptine is door een genetische afwijking, kan er extreme honger ontstaan met overvoeding en obesitas tot gevolg. Bij mensen met een stijgende leeftijd is er zonder een overvloedige leptine productie. toch een toename van het vetweefsel.
Wanneer mensen aankomen en hun vetpercentage stijgt, dan komt er leptine vrij vanuit het vetweefsel. De verhoogde leptine niveaus in het bloed triggeren de hypothalamus waardoor de verzadiging cellen worden gestimuleerd. Een verhoogde verzadiging zorgt voor een afname van de voedselinname, waardoor er minder energie wordt opgeslagen.
Wanneer mensen vet verliezen, wordt er minder leptine geproduceerd door het vetweefsel. Verlaagde niveaus leptine in het bloed zorgen voor een stimulans van de honger cellen in de hypothalamus, waardoor er een gevoel van honger optreedt. De honger zorgt ervoor dat mensen meer gaan eten en energie opslaan.
Men zegt dat de vermindering van de productie van leptine ervoor zorgt dat mensen moeite hebben met het behoud van hun gewicht.

Regulatie voedselconsumptie
  • Hypothalamus vangt signalen op
  • Hypothalamus ontvangt ook signalen uit emotie, nadenken en sensorieke voorkeuren
  • Alles tezamen beïnvloedt eetgedrag van de mens

Slide 16 - Slide

De fysiologische regulatie van voedselconsumptie wordt geregeld door feedback signalen. Deze signalen kunnen zowel op korte termijn als op lange termijn werkzaam zijn. De korte termijn signalen komen vanuit het spijsverteringskanaal en beïnvloeden de verzadiging. De lange termijn signalen komen vanuit het vetweefsel en weerspiegelen de grootte van de opslag van vetten.
Deze signalen worden ontvangen in de hersenen, in de hypothalamus. De hypothalamus ontvangt naast deze signalen ook signalen uit de emotie, het nadenken en sensorische voorkeuren. Al deze signalen samen beïnvloeden de honger, eetlust en het zoekgedrag naar eten van de mens.
De afbeelding laat de mechanismen zien die bijdragen aan de regulatie van voedselinname op korte en lange termijn. Wanneer er voedsel wordt geconsumeerd heeft dit tot gevolg dat de maag zich direct gaat uitrekken waardoor er een gevoel van verzadiging ontstaat. Daarnaast zorgt het voedsel dat in het spijsverteringskanaal aanwezig is voor remming van de hormonen die honger veroorzaken en voor een stimulans van de hormonen die een verzadigingsgevoel veroorzaken. Bekende hormonen die verzadiging veroorzaken zijn cholecystokinine (CCK) en glucagon-like peptide 1 (GLP-1). De opname van glucose en aminozuren in de bloedbaan activeert zenuwcellen in de hypothalamus die gevoelig zijn voor de aanwezigheid van voedingsstoffen.

Korte termijn regulatie - vervolg
  • Maag gaat zich direct uitrekken (gevoel verzadiging)
  • Remming productie van hormonen die zorgen voor honger gevoel
  • Stimulatie productie van verzadingshormomen
                     - Cholecystokinine (CCK)
                     - Glucagon-like peptide 1 (GLP-1)
  • Opname glucose + aminozuren activeert cellen in hypothalamus

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lange termijn regulatie - vervolg
  • Geregeld door productie van het hormoon leptine
  • Leptine wordt geproduceerd door vetweefsel
  • Productie + hoeveelheid in bloed afhankelijk van hoeveelheid vetmassa
  • Leptine geeft een signaal af aan de hersenen --> verzadiging

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Genetische afwijking
  • Tekort aan leptine door genetische afwijking
  • Extreme honger 
  • Overvoeding + obesitas als gevolg

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Energiestromen in het lichaam
De afbeelding geeft een grafische illustratie van de verschillende soorten energie. Bij mensen die een energiebalans hebben, is de totale hoeveelheid energie die binnenkomt (gross/energy of bruto energie) gelijk aan de energie die uitgaat. De laatste bestaat uit twee componenten:
1. Energie verloren in ontlasting en urine,
2. Energie verloren als verbrande energie (uitgaven)
Zoals al aangegeven, is de energie-inhoud van voedingsmiddelen aangegeven op de verpakking en daarmee de berekening van onze energie-inname gebaseerd op metaboliseerbare energie, wat betekent dat bij het berekenen van de energie-inname al rekening is gehouden met energieverlies in ontlasting en urine. Vandaar dat bij mensen die in energiebalans zijn, de energie-inname (als metaboliseerbare energie) gelijk is aan het energieverbruik (energie gaat uit). De metaboliseerbare energie is beschikbaar voor verbranding om netto energie te leveren.
Netto energie is beschikbaar voor het uitvoeren van verschillende taken in het lichaam. Deze energievretende taken zijn onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: 1) onderhoud, 2) fysieke activiteit, 3) groei. Het dagelijkse energieverbruik is ongeveer 2000 Kcal voor een gemiddeld vrouwelijk en ongeveer 2500 Kcal voor een gemiddeld mannetje. Deze aantallen kunnen aanzienlijk hoger of lager zijn, afhankelijk van lichaamsgrootte, ziekte en fysieke activiteit.
Het hoofdproces fysieke activiteit omvat alles waarbij je energie gebruikt om te bewegen bijvoorbeeld wandelen, hardlopen, voetballen, volleyballen etc. valt onder dit hoofdproces.
Het hoofdproces groei omvat alle processen waarbij je energie gebruikt om nieuw weefsel of andere onderdelen van het lichaam aan te maken.
Het hoofdproces onderhoud bevat alle fysiologische processen die nodig zijn voor de mens om te overleven. Dit zijn processen als het kloppen van het hart, het functioneren van de hersenen, ademhaling etc. Ook de energie die gebruikt wordt om voeding te verteren en absorberen valt onder het hoofdproces onderhoud.
De energie die een lichaam nodig heeft een vastende staat, dus wanneer de mens niet aan het verteren is, is uitgedrukt in de Basal Metabolic Rate (BMR). De BMR gebruikt ongeveer 60-70 % van ons dagelijks energie gebruik.
Wanneer er niet direct energie beschikbaar is uit voeding, worden de opslagvormen aangesproken. Deze opslagvormen, veelal glycogeen en vetzuren, worden omgezet in glucose en gebruikt als energiebron.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

BMR 
  • BMR = Basal Metabolic Rate
  • De energie die het lichaam nodig heeft in vastende staat
  • 60-70 % van ons dagelijkse energie gebruik
  • Energie niet direct beschikbaar? Opslagvormen aangesproken

Slide 22 - Slide

Gewicht verliezen en in gewicht aankomen
De hoeveelheid gewicht dat je verliest en aankomt is afhankelijk van de hoeveelheid voedingsstoffen en energie die je inneemt, evenals de energie die je verliest middels fysieke activiteit, groei en onderhoud. Vandaar dat je als jongvolwassene meer voeding nodig hebt, je bent in de groei. Ook beweeg je vaak meer, waardoor je een grotere energiebehoefte hebt.
Wanneer je begint met afvallen, dan val je meer af. Gedurende de tijd, val je echter steeds minder af. Dit wordt veroorzaakt door aanpassingen van het lichaam. Doordat je lichter wordt, heeft je lichaam minder energie nodig om de dagelijkse processen uit te voeren, de BMR gaat omlaag. Ook de energie die je gebruikt bij fysieke activiteit gaat omlaag bij een lager gewicht. Het kost namelijk minder moeite om je arm op te tillen, deze is nu eenmaal lager in gewicht.
Wanneer je aankomt in gewicht, dan gaat dit eerst in een rechte lijn omhoog. Gedurende de tijd, kom je steeds minder aan in gewicht. Dit wordt veroorzaakt door aanpassingen van het lichaam. Doordat je zwaarder wordt, heeft je lichaam meer energie nodig om de dagelijkse processen uit te voeren, de BMR gaat omhoog. Ook de energie die je gebruikt bij fysieke activiteit gaat omhoog bij een hoger gewicht. Het kost namelijk meer moeite om je arm op te tillen, deze is nu zwaarder in gewicht.
Kortom:
1) De Basal Metabolic Rate (BMR) gaat omhoog wanneer het lichaamsgewicht hoger wordt. Mensen krijgen meer vet, maar ook meer massa als ze aankomen in gewicht. De Basal Metabolic Rate wordt grotendeels bepaald door de massa van het lichaam.
2) De energiekosten van fysieke activiteit neemt toe bij een toenemend lichaamsgewicht. Het optillen van je arm, wandelen, je lichaamshouding, kosten meer energie als je lichaamsgewicht toeneemt.

Leg uit hoe het afvallen en aankomen gaat, neem hierbij de BMR mee

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?

• Jij kan uitleggen hoe de energiehomeostase werkt en welke factoren invloed hierop hebben

• Jij hebt kennis van de BMR en weet welke gevolgen dit heeft voor de energie opslag

Slide 24 - Slide

This item has no instructions