Het weer les 2

De wind en regen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De wind en regen

Slide 1 - Slide

Isobaren
pijltjes 
windsnelheid en isobaren
lage en hoge druk

Programma
Plan van aanpak laten zien voorbeeld
Stukje herhaling + nieuwe uitleg
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kan uitleggen wat stijgingsregen en stuwingsregen is. 
Je kan verklaren waarom waarom er wind waait van een H naar L luchtdrukgebied.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lage luchtdruk + stijgingsregen
Lage luchtdruk:
 Lage druk = ?????

Opstijgende/dalende lucht?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lage luchtdruk + stijgingsregen
Lage luchtdruk:
= Lage druk = opstijgende lucht. 1.Opstijgende lucht ontstaat wanneer ...................................

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lage luchtdruk + stijgingsregen
Lage luchtdruk:
= Lage druk = opstijgende lucht. 1.Opstijgende lucht ontstaat wanneer het warm is en water in de grond of rivieren verdampt.  
2.Die damp stijgt op, bereikt een grote hoogte, waardoor er  wel of geen wolkjes vormen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lage luchtdruk + stijgingsregen
Lage luchtdruk:
= Lage druk = opstijgende lucht. 1.Opstijgende lucht ontstaat wanneer het warm is en water in de grond of rivieren verdampt. 
2. Die damp stijgt op, bereikt een grote hoogte, waardoor er wolkjes vormen = stijgingsregen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoge luchtdruk
Hoge luchtdruk = hoge druk = dalende lucht.
.1. De lucht daalt. 
2. Vormen er wolken? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoge luchtdruk
Hoge luchtdruk = hoge druk = dalende lucht.
.1. De lucht daalt. 
2. Vormen er wolken? 
Ezelsbrug: hoog = droog. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wind waait van een H- naar L-drukgebied

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stuwingsregen
1. Het warme water verdampt en stijgt op = lage druk.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stuwingsregen
1. Het warme water verdampt en stijgt op = lage druk.
2. De damp botst tegen de bergen aan en wordt omhoog gedrukt. 
3. De damp bereikt hoogte en er vormen wolkjes = stuwingsregen
4. De wolkjes zijn uitgeregend voordat het de andere kant van de berg bereikt = droog.


Ezelsbrug; Loef is droef en lij is blij. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Pas je plan van aanpak aan of begin met de opdracht
Gebruik de rubric
Bij hulp steek je vinger op

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions