Jong & Oud H3

JONG EN OUD H3
Les 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

JONG EN OUD H3
Les 1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
• Je kunt de te betalen inkomensheffing berekenen voor box 1.

 

Slide 2 - Slide

INKOMSTENBELASTING
"box 1"

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen je bruto- en nettoloon?

Slide 4 - Open question

 
Brutoloon
- Loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen)
- Premies werknemersverzekeringen
----------------------------------------------------------------------------------
= Nettoloon



De loonheffing is een 
voorheffing (schatting) van de belastingdienst! 

Slide 5 - Slide

Loonheffing
Als je werknemer bent, betaal je loonheffing over je loon. 
Loonheffing = loonbelasting + premies volksverzekeringen (zoals AOW). Daarnaast worden ook voor de werknemersverzekeringen (zoals de WW) premies ingehouden.

Loonheffing is eigenlijk hetzelfde als inkomstenbelasting, maar dan vooraf ingehouden door de belastingdienst (een schatting). 
Let op: alle bedragen ronden we af op hele € en naar beneden (in jouw voordeel dus!)

Slide 6 - Slide

Wat moet je kunnen?
> De loonheffing kunnen berekenen
Dus: de loonbelasting en de premies volksverzekeringen

Voor de loonbelasting moet je het belastbaar inkomen kunnen berekenen. 

Slide 7 - Slide

Belastbaar inkomen
Je mag sommige kosten aftrekken van je inkomen, zodat je minder belasting hoeft te betalen (aftrekposten)

Je betaalt belasting over je belastbaar inkomen   

Het belastbaar inkomen = bruto inkomen - aftrekposten

Slide 8 - Slide

     brutoloon
    - aftrekposten
     --------------------------
     belastbaar inkomen
hypotheekrente 
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer 
ziektekosten

a
Het belastbaar inkomen wil je zo laag mogelijk hebben!

Slide 9 - Slide

Progressief belastingtarief
Om de loonbelasting te berekenen, verdeel je het inkomen over verschillende schijven (2022: 2 schijven).
Dat is een progressief stelsel: Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt

Óf: Je betaalt procentueel meer belasting naarmate je belastbaar inkomen toeneemt. 



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Heffingskortingen
Iedereen in Nederland heeft recht op een heffingskorting 
(o.a. arbeidskorting, algemene heffingskorting)
Hoeveel korting je krijgt is afhankelijk van je situatie.

Deze heffingskorting gaat af van de inkomstenbelasting die je moet betalen.
Dus:  nadat je uitgerekend hebt hoeveel belasting je moet betalen, haal je daar de heffingskorting(en) vanaf.

Slide 12 - Slide

Deze tarieven zijn van 2020

Slide 13 - Slide

Stappenplan inkomensheffing:

1. Bruto inkomen (per jaar, meestal gegeven)
2. Belastbaar inkomen berekenen
belastbaar inkomen = bruto inkomen - aftrekposten
3. Belastbaar inkomen door de schijven heen
4. Belasting uit de schijven bij elkaar optellen
5. Heffingskortingen van stap 4 aftrekken


Slide 14 - Slide

Aan de slag!
 Maken opgave 3.3




Slide 15 - Slide

JONG EN OUD H3
Les 2

Slide 16 - Slide

Herhaling vorige les
Stappenplan inkomensheffing:
1. Bruto inkomen (gegeven of soms berekenen)
2. Belastbaar inkomen berekenen
3. Belasting (de heffing) berekenen met de schijven
4. Belasting uit de schijven bij elkaar optellen
5. Heffingskortingen van stap 4 aftrekken


Slide 17 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.4

Slide 18 - Slide

DRAAGKRACHTBEGINSEL

De hoogste inkomens betalen in verhouding meer belasting

 ‘de sterksten dragen de zwaarste lasten’.


Dit kan worden bereikt door een progressief belastingstelsel



Slide 19 - Slide

Rekenen met tarieven
Emre betaalde op een brutoloon van € 70.000 in totaal € 26.155,14 aan inkomensheffing.

Gemiddelde heffingstarief
Hoeveel procent belasting betaal je, gemiddeld, over elke euro (van je brutoloon).
Het gemiddelde heffingstarief van Emre is (€26.155 : €70.000) x 100% = 37,4%

Marginale heffingstarief
Hoeveel % belasting betaal je over elke extra verdiende euro?
Emre zijn marginale heffingstarief is 49,5%. Als hij één euro meer verdient betaalt hij hier namelijk 49,5% belasting over. 

Slide 20 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.5 

Slide 21 - Slide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor nivellering of denivellering ?

Slide 22 - Slide

Nivellering
Door een progressief belastingstelsel is er sprake van nivellering

Dit betekent dat de netto-inkomensverschillen relatief kleiner worden

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Maken opgave 3.7

Slide 24 - Slide