H13.3 golf-deeltjes dualiteit

• natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

Young liet via de welbekende spleten experimenten zien dat licht kon buigen en interfereren. Young pleitte voor het golf/deeltjes-model.


Leg uit wat de voorwaarden moeten zijn bij het enkelspleet-experiment om buiging goed te kunnen waarnemen en berust dit dan meer op het golf-effect van licht of het deeltjes-effect van licht?

Einstein liet met het foto-elektrisch effect zien dat een foton een elektron uit een metaal kan beuken. Aan welke voorwaarde moet het foton voldoen? en berust deze eigenschap op het deeljteskarakter van licht of het golfkarakter van licht?

Bekijk Binas tabel 19 en leg uit voor onderstaande straling welk karakter van EM-straling overheerst; het golfkarakter of het deeltjeskarakter.

Radiogolven

Röntgenstraling

Lees BLZ 93 van je tekstboek.


Kies het juiste alternatief.

Er ontstaan ringen door .............................

1. Schaduwvorming
2. Foto-elektrischeffect
3. Interferentie
4. Botsingen

Hiermee wordt bewezen dat elektronen een ...... karakter hebben

1. Deeltje
2. Golf

Geef twee keer het juiste alternatief


Als de stroom en spanning toenemen, wordt de afstand tussen de ringen kleiner/groter.

Het kleiner/groter worden van de afstanden tussen de ringen wil zeggen dat de golflengte toe/af neemt.

Als de stroom en spanning toenemen, wordt de afstand tussen de ringen kleiner


Het kleiner worden van de afstanden tussen de ringen wil zeggen dat de golflengte af neemt.
Leg dit uit m.b.v. de kennis die je al van het experiment met een tralie bij licht.

Lees BLZ 94 van je tekstboek.

Wat zie je ontstaan wanneer een bundel elektronen door de twee spleten wordt geschoten?

Beschrijf wat er gebeurt als het elektronen een voor een worden afgeschoten

Waarom worden de elektronen op een gegeven moment in de film een voor een weggestuurd?

Kun je van tevoren voorspellen waar een afzonderlijk elektron terechtkomt?

Kun je van tevoren voorspellen welke verdeling op het scherm alle elektronen samen maken?

Hoe zou je het interferentiepatroon dus kunnen noemen?

Conclusie

De intensiteit van de quantumgolf is dus: De waarschijnlijkheid dat een bepaald deeltje op een plek wordt aangetroffen

De amplitude van de quantumgolf is. De maat voor de waarschijnlijkheidsverdeling.