1A: Je kan uitleggen hoe de Romeinen een groot rijk konden stichten en behouden.
1B: Je kan de drie bestuursvormen van het Romeinse Rijk noemen en kort uitleggen wie de macht had.
1C: Je kunt uitleggen wie Julius Caesar was en welke invloed hij heeft gehad op het Romeinse Rijk.
1D: Je kan de begrippen ‘burgeroorlog’, ‘dictator’ en ‘Pax Romana’ uitleggen.
1E: Je kunt uitleggen welke invloed de Griekse cultuur had op de Romeinen.