Onderwerp en hoofdgedachte

Het onderwerp, deelonderwerp en de hoofdgedachte
-We leren hoe je een onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst kan vinden. 

-We leren hoe je een hoofdgedachte van een tekst kan vinden. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het onderwerp, deelonderwerp en de hoofdgedachte
-We leren hoe je een onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst kan vinden. 

-We leren hoe je een hoofdgedachte van een tekst kan vinden. 

Slide 1 - Slide

Na de les weet ik...

-hoe ik het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst kan vinden. 

-hoe ik een hoofdgedachte van een tekst kan vinden. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Onderwerp en deelonderwerp
-Een onderwerp vertelt waar de tekst over gaat. Je schrijft het in één woord of een paar woorden op. (géén zin)

-Een deelonderwerp vertelt over verschillende aspecten van het hoofdonderwerp. 
Onderwerp= vervuiling
Deelonderwerpen= luchtvervuiling, grondvervuiling, watervervuiling enz.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea.
B
Het onderwerp van de tekst,
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 7 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen.
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS.
C
Hoeveel regent valt er in Limburg?
D
Mensen die afval op straat gooien, moeten een boete krijgen.

Slide 8 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 9 - Quiz

Oefening 
1. Wat is het onderwerp van deze tekst? 
2. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? 

Je mag zachtjes overleggen met degene die naast je zit. 

Slide 10 - Slide

1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
 
2. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Je mag zachtjes overleggen met degene die naast je zit. 

Slide 11 - Slide

Onderwerp van de tekst is
A
boei
B
blozen
C
blozen is vervelend
D
blozen wordt vooral in verband gebracht met schaamte en verlegenheid.

Slide 12 - Quiz

Hoofdgedachte van de tekst is:
A
Blozen wordt in verband gebracht met schaamte, verlegenheid en bescheidenheid.
B
Blozen komt omdat je je schaamt
C
Blozen komt omdat je verlegen bent.
D
Blozen

Slide 13 - Quiz