Thema 1
• Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen (herhalen)
o Ik kan delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen en de functies ervan benoemen (celkern, celmembraan, celwand, bladgroenkorrels en cytoplasma).
o Ik kan zelfstandig een microscoop gebruiken om (delen van) organismen te bestuderen.
• Basisstof 4: Celorganellen
o Ik kan uitleggen wat de functie en werking van de celkern, ER, Golgisysteem, Mitochondriën, Ribosomen, cytoplasten, cytoskelet en membraan in een cel is.
• Basisstof 5: Transport door membranen
o Ik kan de concentratie van een oplossing berekenen.
o Ik kan uitleggen wat de diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
o Ik kan beschrijven hoe hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
Thema 2: Basisstof 1:
• Ik kan de gebeurtenissen tijdens de celcyclus beschrijven en toepassen door gebruik te maken van de begrippen: fases (G1, G2, S, M), mitose, spiraliseren, plasmagroei, DNA-replicatie, chromatide