Je werkt in tweetallen: 2 lln. zijn voor - en 2 lln. zijn tegen de stelling.
Er is een voorzitter (1 lln.) een jury (3 lln.) en een tijdbewaker (1 lln.).
De voorzitter geeft aan wie er aan de beurt is om te spreken.
De sprekers praten tegen de jury, want die wil je overtuigen van jouw gelijk. Je praat dus niet tegen de tegenstanders.