do 11 febr

Latijn 2
Tekst 20 r.1 t/m 9
1 / 9
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Latijn 2
Tekst 20 r.1 t/m 9

Slide 1 - Slide

Heb je de tekst vertaald?
ja
nee

Slide 2 - Poll

Wie was Spartacus?
A
een gladiatorentrainer (lanista)
B
een slaaf (servus)
C
een heer des huizes (dominus)
D
een beroepsmilitair (miles)

Slide 3 - Quiz

Spartacus gladiator fortis fuit, servus lanistae crudelioris.
A
Spartacus was een sterke gladiator, de slaaf van wreedste gladiatorentrainer
B
Spartacus is een dappere gladiator, een slaaf van de wredere gladiatorentrainer
C
Spartacus is een sterke gladiator geweest, de best wel wrede slaaf van een gladiatorentrainer
D
Spartacus was een dappere gladiator, de slaaf van een nogal wrede gladiatorentrainer

Slide 4 - Quiz

Cum gladiatoribus aliis fugere constituit. Fugitivi ierunt ad montem Vesuvium.
Hij besloot/heeft besloten te vluchten samen met andere gladiatoren.

De weggelopen slaven gingen/zijn gegaan naar de berg Vesuvius

Slide 5 - Slide

eorum =
A
acc ev : hem
B
acc mv : hen
C
gen ev : van hem
D
gen mv : van hen

Slide 6 - Quiz

IN EIGEN WOORDEN:
eorum fuga servis quoque
aliis occasionem fugae praebebat.

Slide 7 - Mind map

Plurimi reliquerunt agros, ubi vitam miserrimam agebant.
Accesserunt ad Vesuvium gaudio ingenti, quia Spartacus spe vitae melioris eos complebat.
De vlucht van hen bood ook aan andere slaven de gelegenheid voor een vlucht. De meesten verlieten hun akkers, waar zij een heel erg ongelukkig leven leidden. Ze gingen naar de Vesuvius met grote vreugde, omdat Spartacus hen vulde met hoop op een beter leven.

Slide 8 - Slide

Ita cotidie numerus fugitivorum magis magisque crescebat
imperfectum
perfectum
comparativus
superlativus
nominativus
accusativus

Slide 9 - Drag question