This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
SPQR woordjes les 20
en les 20 r7-13
Slide 1 - Slide
ager
A
akker
B
ziek
C
hoog, diep
D
ruw
Slide 2 - Quiz
cotidie
A
dag
B
dagelijks
C
voedsel
D
wreed
Slide 3 - Quiz
audēre
A
durven
B
horen
Slide 4 - Quiz
pauci
A
weinige, enkele
B
instrumenten
Slide 5 - Quiz
legio
A
hoeveelheid
B
legioen
Slide 6 - Quiz
litus
A
kust (mannelijk)
B
kust (onzijdig)
C
bos (mannelijk)
D
bos (onzijdig)
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van crescere?
Slide 8 - Open question
Welke betekent maxime niet?
A
het meest
B
vooral
C
de meesten
D
het grootst
Slide 9 - Quiz
Wat is de betekenis van crudelis?
Slide 10 - Open question
Wat is de eerste pers. perfectum van constituere?
Slide 11 - Open question
Nu gaan we naar tekst 20!
Slide 12 - Slide
Accesserunt ad Vesuvium 7 gaudio ingenti, quia Spartacus spe vitae melioris eos complebat. In welke naamval staat 'gaudio ingenti'?
A
gen.
B
dat.
C
acc.
D
abl.
Slide 13 - Quiz
Accesserunt ad Vesuvium 7 gaudio ingenti, quia Spartacus spe vitae melioris eos complebat. Wie kwamen blij aan bij de Vesuvius?
A
de weggelopen slaven
B
de Romeinen
C
de gladiatoren
Slide 14 - Quiz
Accesserunt ad Vesuvium 7 gaudio ingenti, quia Spartacus spe vitae melioris eos complebat. Wat is de goede vertaling van complebat?
A
hij heeft vervuld
B
hij vervulde
C
hij had vervuld
D
hij vervult
Slide 15 - Quiz
8/9 Ita cotidie numerus fugitivorum magis magisque crescebat. Wat klopt niet in de volgende vertaling? Zo is het aantal weggelopen slaven dagelijks meer en meer gegroeid.
A
zo
B
is gegroeid
C
dagelijks
D
meer en meer
Slide 16 - Quiz
Wat betekent de volgende afkorting hiernaast?
Slide 17 - Open question
10 Romae senatus populusque Romanus servorum 11 fugam finire constituerunt,...
Wat is de accusativus in deze zin?
A
populus
B
Romanus
C
servorum
D
fugam
Slide 18 - Quiz
maxime quod iam 12. paucae familiae illustres numerum servorum 13. amiserant. Wat is waar?