Hoofdletters & lidwoorden

Großbuchstaben
hoofdletters
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Großbuchstaben
hoofdletters

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

Slide 2 - Mind map

Wanneer een hoofdletter:
1. Begin van een zin. 
2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 
3. Zelfstandige naamwoorden. 

Slide 3 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 4 - Mind map

Het zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een zelfstandigheid aanduidt. Zo kan het bijvoorbeeld aanduiden:

- een persoon of dier (man, vrouw, oom, hond) 
- een eigennaam (Gerrit, Coca Cola, Apple)
- een ding (plant, fiets, berg)
- een gebeurtenis (ontvoering, feest)
- een plaats (Amsterdam, kantoor)
- niet-concrete dingen (geluk, warmte)

Slide 5 - Slide

Het zelfstandig naamwoord
Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord (de, het of een) zetten.


Slide 6 - Slide

Wel of geen hoofdletter?
A
die mutter
B
die Mutter

Slide 7 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
das pferd
B
das Pferd

Slide 8 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
zehn
B
Zehn

Slide 9 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
grün
B
Grün

Slide 10 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
berlin
B
Berlin

Slide 11 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
der junge
B
der Junge

Slide 12 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
A
Deutschland
B
deutschland

Slide 13 - Quiz

mein name ist otto.
A
mein ist otto.
B
Mein name ist otto.
C
Mein Name ist Otto.
D
Mein Name ist otto.

Slide 14 - Quiz

ich habe einen hund
A
Ich habe einen Hund.
B
Ich Habe einen Hund.
C
Ich habe einen hund.
D
Ich habe Einen Hund.

Slide 15 - Quiz

meine mutter ist 52 jahre alt.
A
meine, mutter, jahre
B
meine, alt
C
mutter, jahre
D
meine, mutter, jahre, alt

Slide 16 - Quiz

meine eltern sind toll.
A
meine eltern sind toll.
B
Meine Eltern sind toll.
C
Meine eltern sind toll.
D
Meine Eltern sind Toll.

Slide 17 - Quiz