Bron 1 - Toespraak van Churchill (1938)
‘Wanneer ik denk aan de oprechte hoop op een duurzame vrede die nog bestond voor Europa in het begin van 1933, toen de heer Hitler voor het eerst aan de macht kwam, en aan alle gelegenheden om de groei van de nazi-macht te stoppen, die men voorbij liet gaan, wanneer ik denk aan de geweldige bondgenootschappen en hulpkrachten die zijn verwaarloosd of verspild, dan kan ik niet geloven dat dat ergens in de hele loop van de geschiedenis zijn weerga vindt. Wat dit land betreft, moet de verantwoordelijkheid worden gelegd bij diegenen die de onbetwiste leiding hebben over onze politieke aangelegenheden. Zij hebben noch Duitsland de herbewapening belet, noch onszelf op tijd herbewapend. Zij lieten na bondgenootschappen en verbonden te sluiten die vroegere fouten zouden kunnen hebben hersteld en lieten ons dus op dit beslissende uur zonder een afdoende nationale defensie of een doeltreffende internationale veiligheid.’