Hfst 3 Vol spanning Les 3.1 Fictie VERVOLG

Welkom!
Les 2  fictie 3.1 

Absentie
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Les 2  fictie 3.1 

Absentie
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Doel: les 1 Fictie
Ik weet wat hoofdpersonen zijn. 

Slide 3 - Slide

Leertekst: de hoofdpersoon
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in het verhaal.  Het is degene waar je het meeste over te weten komt.
  • Wat hij/zij denkt/voelt. 
  • Karaktereigenschappen
  • Hoe hij/zij eruit ziet. 
  • waar/hoe en met wie hij/zij woont
In boeken/films krijg je zelfs te weten wat personen denken. In het echte leven is dat niet zo. 

Slide 4 - Slide

Nakijken huiswerk
Opdracht 2 t/m 5

Slide 5 - Slide

Mara
NED: thema 3: les 2 fictie. 
Opdracht tekst Wehernay blz. 134. vanaf
'Aarzelend..........te bewaren'

Maak onderaan de tekst een legenda 
met kleurtjes:
zegt - doet - denkt - voelt

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Wie is in dit fragment de hoofdpersoon?

Slide 7 - Open question

Hoe weet je dat?

Slide 8 - Open question

Hoe ziet Mara eruit?

Slide 9 - Open question

Tekst Mara
Ze waren al vroeg opgestaan en tant Isolde had een stevig ontbijt gemaakt. Mara had helemaal geen honger gehad                - daarvoor was ze te zenuwachtig - maar haar tante had erop gestaan dat ze de havermoutpap en daarna nog een boterham met kaas opat. 

Slide 10 - Slide

Waarom is Mara zenuwachtig?

Slide 11 - Open question

Zou jij ook zenuwachtig zijn?
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Hoe zien de wachters eruit?
Beschrijf ze.

Slide 13 - Open question

les 3.1 Fictie
Maak opdracht 11 a en 13

Klaar: Lees de woorden op blz. 159

timer
10:00

Slide 14 - Slide

Lees de samenvattingen op blz 138.
Welk boek lijkt jou het leukste?

Slide 15 - Slide

Welk boek lijkt jou het leukste?
A
Broergeheim
B
Levy en het witte wonderdoosje

Slide 16 - Quiz

Afsluiting van de les 
Doel: les 1 Fictie
Ik weet wat hoofdpersonen zijn. 

Slide 17 - Slide

Wanneer is iemand een hoofdpersoon?
A
Als je iets over hem te weten komt.
B
Als je weet wat zijn karakter is.
C
Als je weet waar hij woont.
D
Als je veel over hem te weten komt.

Slide 18 - Quiz

Wat vond je fijn deze les?

Slide 19 - Open question

Bedankt voor jullie aandacht!
Je weet nu wat een hoofdpersoon is. 

Slide 20 - Slide