Les 2: schrijf- en leesvaardigheid

Online methode

1. Ga naar: studiemeter.nl
2. klik op ENTREE
3. Zoek op: Aeres ADFS
4. log in met je schoolmail.
5. Selecteer de klas: 
ED-M1TB4A of ED-M1F34



1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Online methode

1. Ga naar: studiemeter.nl
2. klik op ENTREE
3. Zoek op: Aeres ADFS
4. log in met je schoolmail.
5. Selecteer de klas: 
ED-M1TB4A of ED-M1F34



Slide 1 - Slide

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Het examen schrijven, lezen & luisteren +/- 10 min.
Oefening +/- 15 min.
Brief aan de coach +/- 30 min.
Zelfstandig werken +/- 45 min.
Afsluiting les +/- 5 min.


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van les:
1. Aangeven welke onderdelen hij/zij lastig vindt aan de Nederlandse taal.

2. zijn/haar eigen gemaakte fouten herkennen in een tekst en deze aanpassen.


Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Oefening
niet bij alle kinderen ontwikkelt het lees en/of spellen zich even makkelijk er is sprake van een lees en/of spellingprobleem als word gesignaleerd dat een kind lager dan verwacht scoort op de toetsen op school kinderen met leesprobleem vallen vooral op als zij hardop moeten lezen ze lezen vaak middels hakken en plakken spellend of radend en niet vloeiend ze schrijven slordig schrijven woorden op het gehoor (fonetisch) en maken in dictees veel fouten ze automatiseren de letters niet halen letters door elkaar of spiegelt letters (b/d)

Slide 9 - Slide

Oefening
Niet bij alle kinderen ontwikkelt het lezen en/of spellen zich even makkelijk. Er is sprake van een lees- en/of spellingprobleem als wordt gesignaleerd dat een kind lager dan verwacht scoort op de toetsen op school. Kinderen met leesproblemen vallen vooral op als zij hardop moeten lezen. Ze lezen vaak middels hakken en plakken’, spellend of radend en niet vloeiend. Ze schrijven slordig, schrijven woorden op het gehoor (fonetisch) en maken in dictees veel fouten. Ze automatiseren de letters niet, halen letters door elkaar of spiegelen letters (b/d).

Slide 10 - Slide

Brief aan de coach
  • Ga naar It's Learning -> bekijk de feedback -> probeer te achterhalen waar je de meeste fouten maakt -> verbeter deze fouten! 
  • Groen gemarkeerd= foutloos (met hier en daar een uitzondering)
  • Heb je de brief nog niet ingeleverd? Probeer deze dan eerst zelf na te kijken of laat dit door iemand anders doen.
  • Als je eerder klaar bent ga je verder aan een ander vak of zoek je leuke weetjes (met betrouwbare bron a.u.b.) op die gerelateerd zijn aan je studie :)
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Zelfstandig- of in groepen werken
Opties:
  1. VLA: werk met je groep aan het project.
  2. TB: Opdracht ecologie of soortenkennis.
  3. Extra begeleiding Nederlands - ondersteuning bij schrijven
  4. ?

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van les:
1. Aangeven welke onderdelen hij/zij lastig vindt aan de Nederlandse taal.

2. zijn/haar eigen gemaakte fouten herkennen in een tekst en deze aanpassen.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoe pak je een tekst aan?

Slide 15 - Slide

Leesstrategieën
  1. Verkennend lezen
  2. Globaal lezen
  3. Intensief lezen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Individuele opdracht:
1. Zoek op: welke tekstdoelen en tekstsoorten zijn er allemaal?
2. Schrijf deze op.
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
De schrijver wil:
Tekstdoel:
Voorbeeld
vermaken
amuseren
stripverhaal, grappig stukje, thriller
Dat je iets te weten komt
informeren
nieuwsbericht, voorlichting, folder
Zijn mening geven
overtuigen/overhalen
reactie op een website, ingezonden brief
Dat je iets gaat doen
activeren
reclame
Zeggen hoe iets moet
instrueren
gebruiksaanwijzing

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

2. Globaal lezen
Globaal lezen doe je alleen als je snel de belangrijke informatie uit de tekst wilt halen. Dit doe je als volgt:
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin;
  • Bepaal wat je al weet over het onderwerp.
  • Bepaal welke tekststructuur je herkent en wat het tekstdoel is.

Zoek op: welke tekststructuren- en doelen zijn er ?

Slide 24 - Slide

3. Intensief lezen
Wat staat er nou precies?
Begrijp je de tekst helemaal?

Met "intensief" lezen, bedoelen we dat je je nu gaat concentreren op de details van de tekst. Je zorgt dat je alles wat er staat, begrijpt.

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken
Begin bij hoofdstuk 1: sociale-media

HW voor volgende week: 
opdracht 1 t/m 3.

Ga door met het maken van opdrachten als je eerder klaar bent.

Slide 26 - Slide