Spelling - leestekens en hoofdletters

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Spelling - leestekens en hoofdletters

Spelling - leestekens en hoofdletters

Doelen:  

In deze les leer je:

• leestekens en hoofdletters gebruiken

Wat zijn leestekens?

1. Punt, komma, dubbele punt, aanhalingstekens
2. Hoofdletter, alinea, en namen
3. Afspraken
4. Alle letters in een tekst

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. lente
2. Lente

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Kerstmis
2. kerstmis

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Kerstcadeau
2. kerstcadeau

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Januari
2. januari

Leestekens

Leestekens helpen je om een tekst goed te lezen.

• De punt (.), het uitroepteken (!) en het vraagteken (?) staan het einde van een zin.

• De komma (,)staat in een zin: tussen twee persoonsvormen, tussen twee of meer bijvoeglijke naamwoorden of in een opsomming. Maar ook na een aanhef en afsluiting in een zakelijke brief of e-mail.

 .

Leestekens

• Een citaat geef je aan met aanhalingstekens ("...."). 
• Met een dubbele punt (:) geef je aan waar het citaat begint. Een dubbele punt staat ook voor een opsomming.

Leestekens

Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.

Er zijn veel verschillende leestekens.

Verschil in betekenis

Mijn vader is aardig, lang en grappig.

of

Mijn vader is aardig lang en grappig.

Help, de pannenkoeken verbranden.

of

Help de pannenkoeken verbranden.

Welke zinnen zijn juist?

1. Help, de pannenkoeken verbranden.
2. Help de pannenkoeken verbranden.
3. Mijn vader is aardig lang en grappig.
4. Mijn vader is aardig, lang en grappig.

Leestekens

Hoofdletters

Een hoofdletter gebruik je:

• Aan het begin van een zin.

– Als een zin met een apostrof begint, krijgt het eerstvolgende woord een hoofdletter: ’s Morgens..., ’t Regent...

– Als een zin met een cijfer of een symbool begint, krijgt het eerstvolgende woord een kleine letter: 114 personen werden ondervraagd.

Hoofdletters

• Bij namen, bijvoorbeeld persoonsnamen, plaatsnamen, aardrijkskundige namen, namen van organisaties.

– Tussenvoegsels schrijf je met een kleine letter als de voorletter erbij staat: T. van der Burg.

– Als je de voorletter weglaat, schrijf je het eerste tussenvoegsel met een hoofdletter: Geachte mevrouw Van der Burg.

Maken

H. 2.8 opdracht 5 t/m 7 en 8 in boek A 

Klaar? Versterk Jezelf online

Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.

Het grote huis is tot de grond toe ...............
(afbranden vdw).

Wij .......... (gaan v.t.) op vakantie.

Breken - brak - ......

1. gebreekt
2. gebrakt
3. gebroken