• Aan het begin van een zin.
– Als een zin met een apostrof begint, krijgt het eerstvolgende woord een hoofdletter: ’s Morgens..., ’t Regent...
– Als een zin met een cijfer of een symbool begint, krijgt het eerstvolgende woord een kleine letter: 114 personen werden ondervraagd.
• Bij namen, bijvoorbeeld persoonsnamen, plaatsnamen, aardrijkskundige namen, namen van organisaties.
– Tussenvoegsels schrijf je met een kleine letter als de voorletter erbij staat: T. van der Burg.
– Als je de voorletter weglaat, schrijf je het eerste tussenvoegsel met een hoofdletter: Geachte mevrouw Van der Burg