Week 19: H5: herhalen spelling H5 en H6, Fictie: tijd in verhalen + perspectief

- Herhalen Sp. H5 en H6 
- Fictie H5: tijd in verhalen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Herhalen Sp. H5 en H6 
- Fictie H5: tijd in verhalen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Spelling H5 en H6:

- je kunt verkleinwoorden op de juiste manier spellen.

- je kunt afkortingen herkennen en spellen.

Fictie:

- je kunt de tijd in verhalen beschrijven.

- je weet wat perspectieven zijn en kunt het perspectief van een verhaal benoemen.

Slide 2 - Slide

Nakijken Spelling H5: 6 (blz. 227)

a lolly'tje

b stroompje

c bikinietje

d koninkje

e raampje

f spraytje

g nasietje

h omaatje

i accuutje

j baby'tje


k 4'tje

l cakeje

m jongetje

n gangetje

o radiootje

Slide 3 - Slide

Nakijken Spelling H6: 7 (blz. 272)

a bijv. / bv.

b Benelux

c vip

d dvd

e KLM

f toa

G ok

h i.p.v.

i cm

j mevr. of mw.


k wc

l horeca

m pc

n z.o.z.

o H.K.H.

Slide 4 - Slide

Nakijken Spelling H6: 8 (blz. 272)


ak = aardrijkskunde

s.o. = schriftelijke overhoring

du = Duits

btw = by the way

info = informatie

z.s.m. = zo snel mogelijk

zat = zaterdag

bios = bioscoop

grtjs = groetjes

Slide 5 - Slide

Fictie: tijd in verhalen + perspectief

Slide 6 - Slide

Fictie H5: tijd

Je kunt op verschillende manieren tijd in een verhaal beschrijven:

- verteltijd = hoeveel blz. heeft het boek (hoelang duurt het lezen?)

- vertelde tijd = tijd die voorbijgaat in het boek (week, jaar, 10 jaar)

- tijdsperiode = in welke tijd speelt het verhaal zich af? (jaartal, historische figuren, gewoontes/kleding/eten/voorwerpen en omgeving)


Deze termen moet je leren.

Slide 7 - Slide

Fictie H5: perspectief

Perspectief (vertelsituatie): vanuit wie en op welke manier wordt het verhaal beschreven?


1 ik-perspectief: vanuit de ik-persoon, je leeft met die persoon mee

2 hij/zij-perspectief (personaal perspectief): vanuit hij/zij, je leeft met die persoon mee

3 alwetend perspectief (verteller): vertelt in hij/zij, maar je leeft met niemand mee (helikopterview)

Slide 8 - Slide

Cliffhanger
Een cliffhanger is een spannende afloop van een hoofdstuk / fragment of van een verhaalaal. 

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Fictie H5:

- opdracht 3 (tijd) (blz. 213 en gebruik de teksten op blz. 214)

- opdracht 6 (perspectief) (blz. 216)

- Opdracht 4 (verhaal schrijven)
(blz. 215)


Aan opdracht 4 mag je de volgende les verder werken.

Slide 10 - Slide

Opdracht 4
Lees de opdracht op blz. 215.

Je moet dus een verhaal schrijven dat zich afspeelt in een andere tijd. Voorbeeld: Middeleeuwen, Eerste wereld Oorlog, Tweede Wereld Oorlog, Gouden Eeuw, etc.

Volgende les mag je hier aan verder werken. Deze schrijfopdracht lever je in via SomToday.

Slide 11 - Slide