2024-10-18 - Week 42, les 2

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom

Slide 1 - Slide

2024-10-01
Strafwerk inleveren(?)

Slide 2 - Slide

2024-10-01
Wat gaan
we doen?

  • Indeling Ik-presentatie (5 minuten)

  • Klassikaal nakijken (15 minuten)

  • Uitleg (10 minuten)

  • Aan de slag met grammatica H1.7!
    (15 minuten)

  • Werken aan je Ik-presentatie!

Slide 3 - Slide

2024-10-01
Ik-presentatie

Slide 4 - Slide

2024-10-01
Indeling
Ik-presentatie (1E)
Vrijdag 8 november
  1. Jayden
  2. Lorena
  3. Devaughn
  4. Donovan
Dinsdag 12 november
  1. Anouk
  2. Carter
  3. Claire
  4. Noah L
  5. Marley
Dinsdag 19 november
  1. Dominik
  2. Aynur
  3. Jelle
  4. Thomas
Vrijdag 22 november
  1. Berra
  2. Jay
  3. Jénna
  4. Kaan
  5. Noah B
Dinsdag 26 november
  1. Joshua
  2. Justin
  3. Melissa
  4. Jimmy
  5. Leyonah
Vrijdag 29 november
  1. Kate
  2. Liyah
  3. Sep
  4. Timothy

Slide 5 - Slide

2024-10-01
Indeling
Ik-presentatie (1F)
Vrijdag 8 november
  1. Salar
  2. Guido
  3. Jayden
  4. Sander
Dinsdag 12 november
  1. Betti
  2. Borre
  3. Jada
  4. Kyan
  5. Tess
Dinsdag 19 november
  1. Bram
  2. Charlotte
  3. Femke
  4. Zoë
  5. Ryan
Vrijdag 22 november
  1. Jade
  2. Jayleigh
  3. Maesen
  4. Laura
  5. Sem
Dinsdag 26 november
  1. Marijn
  2. Michael
  3. Mitchell
  4. Riley
  5. Rivano
Vrijdag 29 november
  1. Rüzgar
  2. Ronald
  3. Saar
  4. Tygo

Slide 6 - Slide

2024-10-01
Huiswerkcontrole

Slide 7 - Slide

2024-10-01
Klassikaal nakijken
Lezen 1.3 - Opdracht 7 + 8 + 9

Slide 8 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
(Grammatica)

Slide 9 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Na deze les weet je:

  • Wat het onderwerp is;

  • Hoe je het onderwerp in een zin vindt. 
(Grammatica)

Slide 10 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?



(Grammatica)

Slide 11 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?

Je stelt een vraag...
(Grammatica)

Slide 12 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?

Je stelt een vraag...

Welke vraag?
(Grammatica)

Slide 13 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?

Je stelt een vraag...

Welke vraag?

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde? = het onderwerp!
(Grammatica)

Slide 14 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'In de pauze werd de conciërge boos op de leerling.'


(Grammatica)

Slide 15 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'In de pauze werd de conciërge boos op de leerling.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde = onderwerp
(Grammatica)

Slide 16 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'In de pauze werd de conciërge boos op de leerling.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp

Wie of wat werd boos?
(Grammatica)

Slide 17 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'In de pauze werd de conciërge boos op de leerling.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp

Wie of wat werd boos?

De conciërge
(Grammatica)

Slide 18 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'De spits van Real Madrid werd vastgehouden door een verdediger.'
(Grammatica)

Slide 19 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'De spits van Real Madrid werd vastgehouden door een verdediger.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp


(Grammatica)

Slide 20 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'De spits van Real Madrid werd vastgehouden door een verdediger.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp

Wie of wat werd vastgehouden?


(Grammatica)

Slide 21 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'De spits van Real Madrid werd vastgehouden door een verdediger.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp

Wie of wat werd vastgehouden?

De spits van Real Madrid
(Grammatica)

Slide 22 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
'De spits van Real Madrid werd vastgehouden door een verdediger.'

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde= onderwerp

Wie of wat werd vastgehouden?

De spits van Real Madrid
(Grammatica)

Slide 23 - Slide

2024-10-01
Het onderwerp
Als het goed is, weet je nu:

  • Wat het onderwerp is;

  • Hoe je het onderwerp in een zin vindt. 
(Grammatica)

Slide 24 - Slide

2024-10-01
Aan de slag met
Hoofdstuk 1.7 - Grammatica

Slide 25 - Slide

2024-10-01
Aan de slag 
met grammatica!
Wat?
  • Hoofdstuk 1.7
  • Maken: opdracht 14 + 17

Hoe?
  • In Talent Online!

Klaar?
  • Ga werken aan de Ik-presentatie!

Als je oortjes / een koptelefoon bij je hebt, mag je muziek luisteren.

Slide 26 - Slide

2024-10-01
Huiswerk
Geen huiswerk

Slide 27 - Slide

2024-10-01
Vragen?

Slide 28 - Slide

2024-10-01
Fijn weekend!

Slide 29 - Slide