2025-03-10 - Week 11, les 1 (lijdend voorwerp)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

2024-10-01

Nederlands

bij

Welkom

2024-10-01

Strafwerk inleveren(?)

2024-10-01

Wat gaan we doen?

• Lezen (10 minuten)
  
  
• Uitleg lijdend voorwerp (15 minuten)
  
  
• Aan de slag!

2024-10-01

Dictee 3B (inhalers) (1F)

1F:

• Ronald

De volgende leerlingen gaan met mevrouw Langendoen het dictee 3B maken:

2024-10-01

Dictee 3B (inhalers) (1E)

1E:

• Timothy
• Thomas
• Dominik
• Claire
• Jayden (laptop)
• Liyah

De volgende leerlingen gaan met mevrouw Langendoen het dictee 3B maken:

2024-10-01

Lezen

2024-10-01

Huiswerkcontrole!

Leg je werkboek open op bladzijde 121.

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

2024-10-01

Na deze les weet je:

• wat het lijdend voorwerp is;
  
  
• hoe je het lijdend voorwerp vindt.

2024-10-01

Terugblikken...

2024-10-01

Vorige week...

'Wat is het werkwoordelijk gezegde ook alweer?'

2024-10-01

Vorige week...

'Wat is het werkwoordelijk gezegde ook alweer?'

De persoonsvorm + alle andere werkwoorden + aan het of te.

2024-10-01

Voorbeelden...

Gijs    scoort    een    doelpunt    tijdens    de    wedstrijd.

Lisa    heeft    een    heel    groot    ijsje    gegeten.

Kevin    en    Ellie    geven    een    heel    mooi    cadeau.

2024-10-01

Voorbeelden...

Julia    is    haar      huiswerk    aan      het    maken.

Sef    probeert    de    game    uit    te    spelen.

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Dit is Lisa...

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Haar bezigheid is 'lezen'...

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Laten we een zin maken:

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Wat heeft 'lezen' nodig?

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Wat heeft 'lezen' nodig?

iemand die leest...

(Lisa)

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Wat heeft 'lezen' nodig?

iemand die leest...

iets dat gelezen wordt...

(Lisa)

(een boek)

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Wat heeft 'lezen' nodig?

iemand die leest...

iets dat gelezen wordt...

(Lisa)

(een boek)

onderwerp

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

Wat heeft 'lezen' nodig?

iemand die leest...

iets dat gelezen wordt...

(Lisa)

(een boek)

lijdend voorwerp

onderwerp

2024-10-01

Het lijdend voorwerp

'Lisa leest een boek.'

Bij twijfel, stel de vraag: 

wie/wat + gezegde + onderwerp.

Dus: 

wie/wat leest Lisa?

Antwoord: 

een boek (= lijdend voorwerp)

2024-10-01

Vragen?

'De kat vangt de muis.'

Sleep het onderwerp en het lijdend voorwerp naar de juiste plek.

Lijdend

voorwerp

Onderwerp

'De kat vangt de muis.'

Onderwerp = de kat

Lijdend voorwerp = de muis

'Jos drinkt een glas water.'

Sleep het onderwerp en het lijdend voorwerp naar de juiste plek.

Lijdend

voorwerp

Onderwerp

'Jos drinkt een glas water.'

Onderwerp = Jos

Lijdend voorwerp = een glas water

'De juf stelt een vraag.'

Sleep het onderwerp en het lijdend voorwerp naar de juiste plek.

Wie heeft zijn huiswerk af?

Lijdend

voorwerp

Onderwerp

'De juf stelt een vraag.'

Onderwerp = De juf

Lijdend voorwerp = een vraag

'De schilder verft de muur wit.'

Sleep het onderwerp en het lijdend voorwerp naar de juiste plek.

Lijdend

voorwerp

Onderwerp

'De schilder verft de muur wit.'

Onderwerp = De schilder

Lijdend voorwerp = de muur

2024-10-01

Pauze

2024-10-01

Aan de slag

Wat?

Maken:

• Grammatica 3.7, opdr. 8 + 12 + 15 + 16 (in Talent Online!)

Hoe?

In stilte!

Klaar?

• Maak 3.4 (opdr. 1a + b + c + 2 + 3 in werkboek!)
• Afmaken 3.8 (opdr. 1 t/m 11 in Talent Online)
• Leer de dicteewoorden van Dictee 5A!

🎵 Je mag muziek luisteren als je oortjes of een koptelefoon hebt. 🎵

2024-10-01

Tot morgen!