Dit wil niet zeggen dat het er precies zo uitziet. Zo staan er geen meerkeuzevragen in de toets. Echter worden wel alle onderwerpen aangetikt.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Dit wil niet zeggen dat het er precies zo uitziet. Zo staan er geen meerkeuzevragen in de toets. Echter worden wel alle onderwerpen aangetikt.
Slide 1 - Slide
Welke scheidingsmethoden gebruik je bij het zetten van koffie?
A
Extraheren, indampen
B
Extraheren, filtreren
C
Filtreren, indampen
D
Extraheren
Slide 2 - Quiz
Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschillende kookpunten?
A
destilleren & adsorberen
B
indampen & filtreren
C
destilleren & indampen
D
filtreren & bezinken
Slide 3 - Quiz
Waarop berust de Scheidingsmethoden extraheren?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist
Slide 4 - Quiz
De blauwe kleurstof in brandspiritus kun je verwijderen met actieve kool. Vervolgens is nog een stap nodig om de verontreinigde actieve kool te verwijderen. Welke scheidingsmethoden zijn gebruikt om kleurloze brandspiritus te verkrijgen?
A
alleen adsorberen
B
alleen filteren
C
eerst adsorberen , daarna filteren
D
eerst extraheren, daarna filteren.
Slide 5 - Quiz
Waarmee kun je water aantonen
A
helder kalkwater
B
vlam bij het water houden
C
gloeiende houtspaander
D
wit kopersulfaat
Slide 6 - Quiz
Waarmee kun je waterstof aantonen
A
helder kalkwater - troebel
B
vlam bij het water houden - blafje
C
gloeiende houtspaander - feller branden
D
wit kopersulfaat - blauw
Slide 7 - Quiz
Volgens het molecuulmodel staan alle moleculen in een stof stil.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Cu staat voor de stof
A
Curium
B
Calcium
C
Koper
D
Chloor
Slide 9 - Quiz
Wat is de naam van
C3H8
A
Methaan
B
Ethaan
C
Propaan
D
Butaan
Slide 10 - Quiz
Wat is de naam van het symbool C2H5OH?
A
suiker
B
methaan
C
olie
D
alcohol
Slide 11 - Quiz
Molecuulformules
Wat is de naam van de onderstaande molecuulformule: C3H8
A
Pentaan
B
Propaan
C
Butaan
D
Cinqaan
Slide 12 - Quiz
Teken de structuurformule van
P2O5
Slide 13 - Open question
Teken de structuurformule
C2H6O2
Slide 14 - Open question
Maak de reactievergelijking kloppend.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
Maak de volgende reactievergelijking kloppend:
....PbO(s)+....O2(g)→....Pb3O4(s)
A
3PbO(s)+2O2(g)→Pb3O4(s)
B
3PbO4(s)+O2(g)→Pb3O4(s)
C
6PbO(s)+O2(g)→3Pb3O2(s)
D
Pb6O(s)+O2(g)→2Pb3O4(s)
Slide 16 - Quiz
Stijn verbrandt 10 gram alcohol. De verbranding is volledig. Geef de kloppende reactievergelijking.
A
C2H6O→2C+6H+O
B
C2H6O+3O2→2CO2+3H2O
C
C2H6O7→2CO2+3H2O
D
2C2H6O→4CO2+6H2O
Slide 17 - Quiz
Geef de reactievergelijking van de reactie tussen fosfor en chloor , waarbij fosfortrichloride (PCl3) ontstaat.
A
P + Cl3 -> PCl3
B
P + O2 + Cl2 -> PCl3
C
2P + 3Cl2 -> 2PCl3
D
P + 3Cl -> PCl3
Slide 18 - Quiz
Welke reactievergelijking geeft het ‘uit elkaar trekken’ van lachgas (N₂O) juist weer?
A
N₂O --> N₂ + O
B
N₂O --> 2N + O
C
2N₂O--> 2N₂ + O₂
D
2N₂O --> 4N + O₂
Slide 19 - Quiz
Omrekenen 4 m2 = .... dm2
A
40
B
400
C
0,4
D
0,04
Slide 20 - Quiz
Omrekenen: 240 liter =
A
0,240 m3
B
240 dm3
C
240000 cm3
D
24 m3
Slide 21 - Quiz
Een blok beton weegt 27,5 kg. Hoe groot is het volume in dm3 van dit blok? (dichtheid: 2,1 g/cm3)
Slide 22 - Open question
Hoeveel mol komt overeen met 120 gram ijzer?
A
4,30 mol
B
2,155 mol
C
2,15 mol
D
6,70·10² mol
Slide 23 - Quiz
Hoeveel mol is 8,02 gram methaan?
A
1,00 mol
B
0,500 mol
C
0,750 mol
D
2,00 mol
Slide 24 - Quiz
Bereken de massa van 0,276 mol ijzer
A
8,8 gram
B
11,6 gram
C
7,7 gram
D
15,4 gram
Slide 25 - Quiz
10: Bereken hoeveel mol overeenkomt met 25,4 gram ammoniak.