H5.2 & 5.3 - (Kraak)beenweefsel & beenverbindingen

H5.2 & 5.3 - (Kraak)beenweefsel & beenverbindingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5.2 & 5.3 - (Kraak)beenweefsel & beenverbindingen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg
  • Opdrachten maken
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Slide

Bij Marlies zijn de schouders breder dan de heupen
De longen liggen in de borstkas
De romp wordt gedragen door de benen
Nathan heeft spierpijn na het sporten
Bescherming geven
Beweging mogelijk maken
Vorm geven
Stevigheid geven

Slide 3 - Drag question

Wat is een functie van het rode beenmerg in bijvoorbeeld het dijbeen?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen 5.2
Aan het einde van de les kan je:
  •  Kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding;
  • Beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Samenstelling van botten verandert tijdens het leven
Bij baby's vooral kraakbeenweefsel, dat is flexibel
Hoe ouder je wordt, hoe minder lijmstof tussen de cellen (dus meer kalkzouten)
Dat betekent dat de botten minder flexibel worden

Slide 8 - Slide

Aantekeningen
  • Kraakbeenweefsel: is stevig en buigzaam; komt bijvoorbeeld voor in de oorschelp.
  • Beenweefsel: is heel stevig en een beetje buigzaam.
  • Kalkzouten: geven stevigheid aan beenweefsel.
  • Lijmstof: geeft buigzaamheid aan kraakbeenweefsel en beenweefsel.




Slide 9 - Slide

Leerdoelen 5.3
Aan het einde van de les kan je:
  • Vier beenverbindingen onderscheiden;
  • Delen van een gewricht noemen met hun functies;
  • De bouw en werking van drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 10 - Slide

Beenverbindingen

Slide 11 - Slide

De delen van een gewricht

Slide 12 - Slide

Aantekeningen
  • Gewrichtskogel: kogelvormig uiteinde van een bot in een gewricht.
  • Gewrichtskom: komvormig uiteinde van een bot in een gewricht.
  • Gewrichtskapsel: houdt de botten van een gewricht op hun plaats en geeft gewrichtssmeer af.
  • Gewrichtssmeer: soort smeervet tussen de kraakbeenlaagjes wat zorgt voor een soepele beweging.
  • Kapselbanden: stevige banden die helpen om de botten van een gewricht op hun plaats te houden.








Slide 13 - Slide

Lichaamshouding

Slide 14 - Slide

Welke delen komen voor in beenweefsel?
A
Botcellen
B
Kraakbeencellen
C
Tussenstof
D
Uitlopers

Slide 15 - Quiz

Welke delen komen voor in kraakbeenweefsel?
A
Botcellen
B
Kraakbeencellen
C
Tussencelstof
D
Uitlopers

Slide 16 - Quiz

Op welke manier zijn de schedelbeenderen met elkaar verbonden?

A
Vergroeid
B
Naad
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 17 - Quiz

Hoeveel beweging is mogelijk bij een vergroeid bot?
A
Geen
B
Een beetje
C
Veel

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel van het gewricht houdt de botten bij elkaar?
A
De gewrichtssmeer
B
Het kogelgewricht
C
Het gewrichtskapsel
D
Het kraakbeen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Opdrachten maken
Basisstof 5.2: 4 t/m 6 en 8
Basisstof 5.3: 2, 3, 5 t/m 8 en 10


Klaar? Teken schematisch het kraakbeenweefsel en het beenweefsel. Geef de volgende delen aan:
botcel - kanaaltje - kraakbeencel - tussencelstof (2x) - uitloper

Slide 21 - Slide

Evalueren van de les

Slide 22 - Slide

Opruimen

Slide 23 - Slide