Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Nederlands 
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands 
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een voltooid deelwoord?

Slide 2 - Open question

Theorie
In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor.
 
Bijvoorbeeld: 
- Ik heb mijn kamer opgeruimd.

Opgeruimd is het voltooid deelwoord, ook staat er een werkwoord van hebben in de zin, namelijk: heb. 

 

Slide 3 - Slide

Theorie
Het voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt en daar gaat het nu over. 

Slide 4 - Slide

Theorie
Voorbeeld van een zin waarin een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt: 
1. De opgeruimde kamer. 

In deze zin lijkt het woord opgeruimde op een voltooid deelwoord, maar is het niet omdat het een bijvoeglijk naamwoord is. Het zegt immers iets over het zelfstandige naamwoord - kamer.
Het is dus een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 5 - Slide

Regel 
1. Maak het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt langer om te horen of het met een -d of -t moet schrijven.
VB. Het is opgeruimd, omdat je opgeruimde zegt. 

2. Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt zo kort mogelijk. 
VB. De mooi geklede danseres, het geredde kind en het gebroken glas. 

Slide 6 - Slide

1. Wat is het meest gezochte/gezochtte boek in de bibliotheek?
A
Gezochte
B
Gezochtte

Slide 7 - Quiz

2. Tims gescheidden/gescheiden ouders wonen vlak bij elkaar.
A
Gescheidden
B
Gescheiden

Slide 8 - Quiz

4. Medina's lievelingseten is lamsfilet met geplete/geplette peper.
A
Geplete
B
Geplette

Slide 9 - Quiz

3. Savanna bestede/ besteedde veel aandacht aan haar make-up
A
Bestede
B
Besteedde

Slide 10 - Quiz

De ... (mopperen) bakker haalde de ... (verbranden) cake uit de oven.

Slide 11 - Open question

Eyal gaf een ... (persen) sinaasappel aan het ... (snotteren) kind.

Slide 12 - Open question

De jury sprak .. (troosten) woorden tegen de ... (teleurstellen) verliezer.

Slide 13 - Open question

Maken opdracht 1, 2, 3 en 4 taalverzorging blz. 84/85

Slide 14 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een voltooid deelwoord?

Slide 15 - Open question

geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord naar een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 16 - Open question