Coping en Taalproblemen

• Begeleiden
• MBO
• Studiejaar 1

Coping en Taalproblemen 

1. sleutels meenemen
2. copingspel geprint
3. Online dobbelsteen QR

les 2: 

suikerklontjes

blinddoek

mag meer doen in deze les!! te saai..

Welke valkuil in communicatie ken je nog van vorige week..

Ik werk hier al jaren dus neem van mij maar aan dat ik weet waar ik het over heb is een vorm van

1. drogreden met autoriteitsargument
2. drogreden met argument van gevolg
3. drogreden met een strikvraag
4. drogreden met een relatiegericht element

4 elementen boodschap

1. Inhoud

2. Expressie

3. Relatie

4. Appelerend (beroep doen op)

Optie student meekijken uitzetten bij volgende opdr.

Valkuilen/ stereotyperen- generaliseren

beeld bij... visualiseren

Boeren gezin

Arm gezin

Drones door stal..

5x per jaar op vakantie

Vrouw logopedie praktijk aan huis..

Kinderen tweetalig opvoeden in nl en spaans.

willen emigreren.

Vraag hoe zie je dat iemand arm is..

En welke oordelen leggen we hierop..

Valkuilen= belemmeringen in communicatie..

Het vertroebeld de puurheid (feiten) van informatie of de ontmoeting met elkaar

Hoe ga jij meestal om met tegenslagen? geef een voorbeeld..

Wat is een copingstrategie?

Copingstijl of strategie

Psychologen noemen de manier waarop je geneigd bent om om te gaan met stressvolle omstandigheden en tegenslagen, je ‘copingstijl’. Coping is afgeleid van het Engelse begrip ’to cope with’ wat letterlijk betekent ‘kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen’. Het effect dat een probleem op je heeft, wordt grotendeels bepaald door je copingstijl en de manier waarop je reageert verschilt per situatie.

copingstijl-strategie: (probleem-emotie gericht)

1. • Actief aanpakken: het probleem wordt geanalyseerd en opgelost.
   
2. • Sociale steun zoeken: troost en begrip zoeken bij anderen, samen met een ander het probleem oplossen.
   
3. • Vermijden: het probleem wordt ontkend en vermeden.
   
4. • Verdoven: men richt zich op andere dingen dan het probleem. In extreme vorm kan dit leiden tot verslavingen.
   
5. • Depressief reactiepatroon: piekeren, zichzelf de schuld geven, twijfel aan zichzelf.
   
6. • Expressie van emoties: het probleem leidt tot frustratie, spanning en agressie.
   
7. • Geruststellende gedachten en wensdenken: men houdt zich voor dat het probleem vanzelf wel goed komt of dat anderen het nog veel zwaarder hebben.

Hoogstwaarschijnlijk heb je meerdere copingstijlen, al zal je waarschijnlijk één favoriete stijl hebben die bij jouw karakter past. Het hebben van verschillende copingstijlen kan nuttig zijn, omdat geen enkele copingstijl altijd effectief is. Sommige copingstijlen zorgen ervoor dat je je op de korte termijn beter voelt, maar lossen het probleem op de langere termijn niet op

Wat kwam er uit jouw test?

Actief aanpakken

verdoving

vermijden

steun

passief

expressief emotie

geruststellende gedachten

Opdracht: Set kaarten

• zoek bij elke copingstijl een situatie (via digitale dobbelsteen QR)
• Ga in gesprek hoe diegene vanuit deze coping op de situatie zou reageren. 
• En welke coping stijl wellicht kan helpen in deze situatie om in te zetten als de voorkeursstijl niet effectief is.

Coping zijn sleutels om leerprocessen aan te gaan en kan je daarna een succesgevoel of faalgevoel geven.

Voorbeelden wat je kunt inzetten

Coping is vaak een bescherming

• Ooit werkten het zo, kon ik het zo oplossen of verbeteren
• Als je dat doet heb je weer grip
• Hoef ik niet te voelen
• Ik weet het niet anders op te lossen dan het zo aan te pakken
• Het is ENG/ STRESS reactie dus ik ga FIGHT, FLIGHT, FREEZE

Gedicht daarbij

Als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. 

Als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. 

Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken Blijf ik denken zoals ik altijd dacht. 

Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht Blijf ik geloven wat ik altijd heb geloofd.

 Als ik blijf geloven wat ik altijd heb geloofd, Blijf ik doen zoals ik altijd heb gedaan.

Taalproblemen

les 2

taalproblemen zijn:

1. - laaggeletterd zijn
2. - taalstoornis
3. - taalverschil
4. - praten via tolk

Wat is laaggeletterd zijn?

1. Laaggeletterd:

moeite met lezen en schrijven

Ook daarnaast alle verbale vormen van communicatie in die taal

Analfabetisme : grieks niet bekent met het alfabet

Wat voor impact heeft laaggeletterdheid op iemand zijn deelname aan de maatschappij?
0= geen invloed en 100 extreme invloed

-3100

Hoe herken je laaggeletterd zijn

bespreek met je buurvrouw/man en noem 3 kenmerken (boek mag je gebruiken of internet.)

• Groen lezen/ opzoeken
• oranje bespreken met duo
• Rood: opschrijven voor nabespreking

boek blz 32

zie voorbeelden van smoezen en hints

Hoevraag: Ik ken de volgende taalstoornis

Hoek 1: Autisme

Hoek 2: TOS

Hoek 3: Afasie of Mutisme

Hoek 4: NAH

Centrale plek: ik ken ze allemaal

www.bing.com

Mutisme bij een kind

2. Oorzaak taalstoornis:

- aangeboren/ genetisch

- niet aangeboren: Ongeluk / trauma (NAH) , ziekte (blind of doof geworden), dementie

Hoe ga je om met taalstoornissen

bespreek met je buurvrouw/man en noem 3 tips (boek mag je gebruiken of internet.)

• Groen lezen/ opzoeken
• oranje bespreken met duo
• Rood: opschrijven voor nabespreking

blz 33

1. korte zinnen (ja-nee vragen)
2. rustig spraaktempo, goed articuleren
3. richten op een onderwerp
4. doseren van info niet alles tegelijk
5. geduld
6. hulpmiddelen (aanwijsboeken, picto's, spraakcomputer, tablet of andere technologie (Google).

oefening 

suikerklontjes met casus 

3. taalverschillen:

verschillen door culturele achtergronden.

cultuur barriere- taalbarriere

Lees individueel blz 34-35 en beantwoord

• wat is een cultuurbarrière
• hoe praat je met iemand met taal-cultuurbarrière
• hoe luister je naar iemand met taal-cultuurbarriere 

communicatie met Tolk

www.bing.com

dovenhofje

Wie is bekend met een Tolk?

Of kent iemand ie doof/ slechthorend is?

www.npostart.nl

Sam op tv gebarentaal

check:

1.  Wat zijn de 4 meest voorkomende taalproblemen

2. Waar houd je rekening mee bij een taalprobleem?

3. wat zijn hulpmiddelen

Huiswerk:

volgende week: theorie groepsvorming

Week erop: check laatste lesweek en werken aan eindopdracht (ZOZ)

Zie inleveren eindopdracht

Lintopdracht: herhaling (starten met gedicht of lied)

zie studiewijzer 

6 nov inleveren bij mij via eto