6.6 Blessures

6.6 Blessures
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.6 Blessures

Slide 1 - Slide

Terugblik!

Slide 2 - Slide

Sleepvraag
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 3 - Drag question

welke bewering is niet waar
A
het skelet is belangrijk voor vorm
B
het skelet is belangrijk voor bescherming
C
het skelet is belangrijk voor beweging
D
het skelet is belangrijk voor vertering

Slide 4 - Quiz

zonder lijmstof....
A
breken je botten sneller
B
buigen je botten beter
C
vallen je botten uit elkaar
D
heb je geen botten

Slide 5 - Quiz

botten van een baby hebben...
A
veel kalkstof
B
veel cellen
C
veel lijmstof
D
veel stevigheid

Slide 6 - Quiz

welk soort gewricht bevindt zich in je schouder?
A
scharniergewricht
B
kogelgewricht
C
rolgewricht
D
schoudergewricht

Slide 7 - Quiz

Als baby is bestaat je schedel uit meerdere stukken, hoe zijn deze verbonden als je ouder bent?
A
met een naadverbinding
B
door vergroeiing
C
met kraakbeen
D
met een gewricht

Slide 8 - Quiz

een spierbundel bestaat uit..
A
meerdere spieren
B
een pees, spier en bindweefsel
C
een spier, bindweefsel en spiervezel
D
meerdere spiervezels

Slide 9 - Quiz

Pezen kunnen zich samentrekken
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Sleep de persoon naar het vakje waar hij bij hoort.
Goede houding 
Slechte houding

Slide 11 - Drag question

4.6 Blessures.

Slide 12 - Slide

Blessure
Lichamelijk letsel tijdens het sporten. 
Spieren, pezen of botten kunnen beschadigd worden. 
Je hebt de meeste kans op een blessuren aan je benen. 

Slide 13 - Slide

Blessures aan spieren
spierpijn
spierscheuring
spierkramp

Slide 14 - Slide

Spierpijn 
Krijg je vaak als een sport doet die je niet gewend bent.  

Spieren zijn meer dan normaal belast
- spieren zijn (nog) niet beschadigd.
- het duurt meestal een paar dagen.
- het gaat met rust vanzelf over. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Spierscheuring
  • komt door een te sterke inspanning of een snelle, onverwachte beweging.
  • de spier is beschadigd.
  • herstel duurt iets langer. Rust. 
  • In de kuit: zweepslag

Slide 17 - Slide

Spierkramp
Alle spiervezels trekken tegelijk sterk samen. 
De spier kan niet weer uitrekken
Erg pijnlijk
Te weinig bloed naar de spier. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Blessures aan pezen
Tennisarm
RSI
Ontstekingen aan aanhechtingsplaats (pezen) van spieren. Meestal door overbelasting van spieren. 

Slide 20 - Slide

Tennisarm
De aanhechtingsplaats van de elleboogspier is ontstoken. 
Botuitsteeksel bij de elleboog doet dan pijn. 
Geneest door rust. 

Slide 21 - Slide

RSI
Als mensen steeds dezelfde beweging maken kan dit RSI veroorzaken (repetitive strain injury). Bijvoorbeeld:
  • Achter een pc zitten en voortdurend de muis gebruiken
  • Langdurig verven met een kwast
  • Steeds dezelfde oefening uitvoeren
  • Veel dezelfde slag gebruiken bij tennis

Slide 22 - Slide

Blessures aan botten
Botbreuken
Voetbalknie

Slide 23 - Slide

Botbreuk
- Bij wielrenners door vallen. Vooral sleutelbeen. Bij voetballers scheenbeen en kuitbeen dor ruw spel.  
-Röntgenfoto's om de breuk te zien.
- Om te genezen moeten de twee helften van het bot eerst weer in goede positie worden gezet. Daarna gips of schroeven en platen. 
- Herstel duurt ongeveer 6 tot 8 weken.
 

Slide 24 - Slide

Blessures aan gewrichten
Verzwikking of verstuiking
Ontwrichting

Slide 25 - Slide

Verzwikking
- Bij een verzwikking raken het gewrichtskapsel en kapselbanden beschadigd (rekken uit).
- Wordt vaak dik door zwelling
- Doet pijn
- Koelen met koud water of icepack helpt tegen zwelling en pijn. 

Slide 26 - Slide

Ontwrichting
- Ontstaat vaak door een val. 
- De gewrichtskop schiet uit de gewrichtskom. 
- Het is pijnlijk.
- Een huisarts kan het gewricht weer 'terugzetten'. 

Slide 27 - Slide

Overige: Kneuzing
  • Een beschadiging van weefsel zonder dat iets scheurt of breekt
  • Door stoot, stomp of trap. 
  • Inwendige bloeding waardoor er zwellingen of blauwe plekken ontstaan.
  • Ijspak en rust. 

Slide 28 - Slide

Blessures voorkomen
WARMING-UP
Door een warming-up voor de wedstrijd of de training krijg je minder snel een blessure. Een warming-up begint meestal met warmlopen. Daarna doe je wat oefeningen.
Door de warming-up stroomt er meer bloed naar de spieren. Daardoor worden de spieren warmer.
COOLING-DOWN
Door het sporten komen er afvalstoffen in je spieren. Als je stopt met sporten, gaat er minder bloed door je spieren. De afvalstoffen blijven daardoor langer in je spieren zitten. De afvalstoffen zijn giftig en kunnen spierpijn veroorzaken.
Bij een cooling-down blijf je nog even rustig bewegen na het sporten. Hierdoor stroomt het bloed sneller door je spieren. De afvalstoffen gaan dan sneller uit je spieren. De kans op spierpijn neemt daardoor af.

Slide 29 - Slide

Aan het werk! Biologie

Wat? 6.6  Blessures- opdrachten 32 t/m 38
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Ga verder met je samenvatting!

timer
1:00

Slide 30 - Slide

Nog zin in een quizje?

Slide 31 - Slide

wat is een blessure aan het bot?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 32 - Quiz

Beschadiging van een weefsel, zonder dat er iets breekt of scheurt
A
Verzwikking/verstuiking
B
Kneuzing
C
Voetbalknie
D
spierscheuring

Slide 33 - Quiz

Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter

Slide 34 - Quiz


Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding

Slide 35 - Quiz

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring

Slide 36 - Quiz

Beschadiging van een weefsel, zonder dat er iets breekt of scheurt
A
Verzwikking
B
Kneuzing
C
Voetbalknie

Slide 37 - Quiz

Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 38 - Quiz

Deze persoon heeft haar gewrichtskapsel te ver uitgerekt. Dit noemen wij een...?
A
Kneuzing
B
Ontwrichting
C
Verstuiking
D
Spierscheuring

Slide 39 - Quiz

Dag! Tot de volgende keer!

Slide 40 - Slide