IPR Colleges 1 tm 4

Noem 4 bronnen van het Curacaose IPR.
1 / 26
next
Slide 1: Open question
ChineesWOStudiejaar 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Noem 4 bronnen van het Curacaose IPR.

Slide 1 - Open question

Rangorde (vgl. artt. 93 jo 94 Gw en art. 5(1) Statuut)
 
- Verdragen (weinig, altijd controleren of ze wel op Curaçao gelden) O.m. EVO
- Nationaal recht
- 6:247 BW
O.m. artt. 95 e.v., 429ba, 767 Rv (bevoegdheid en rechtsmacht)
Art. 431 Rv
rechtspraak GEA/GHvJ/HR
Literatuur

Stelling: Internationale/Verdragsrechtelijke IPR- regeling gaat voor Curacaose IPR-regeling. Ondersteun je argument met artikelen.

Slide 2 - Open question

(vgl. Art. 93/94 Gw jo 5(1) Statuut)

Geef de definitie van een conflictregel en geef voorbeelden van een eenzijdige, een materiele en een meerzijdige conflictregel.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Bij een samenloop van IPR-regels uit verschillende landen wordt de rangorde bepaald door?

Slide 4 - Open question

Wat wordt er in de verdragen daarover zelf geregeld?
Bij gebreke daaraan door de algemene regels van het volkenrecht dienaangaande zoals deze zin gecodificeerd in het VVW.
Leg het verschil uit tussen het materiele toepassingsgebied en het formele toepassingsgebied van internationale verdragen.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Leg het verschil uit tussen voorrangsregels en beschermingsregels. Noem van beide een voorbeeld.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Op grond van art. (?) Statuut voor het Koninkrijk kunnen bij rijkswet regels worden gesteld omtrent privaatrechtelijke onderwerpen van interregionale aard, indien omtrent deze regels overeenstemming tussen de regeringen van de betrokken landen bestaat.

Slide 7 - Open question

38 lid 3
Een regeling bij rijkswet van de rechterlijke bevoegdheid in privaatrechtelijke zaken van interregionale aard is tot op heden niet tot stand gebracht. Wat moet de rechter bij gebrek aan zo'n regeling doen in het geval van een interregionaal geval?

Slide 8 - Open question

Bij gebreke van een dergelijke regeling dient de rechter in het Nederlandse deel van het Koninkrijk
(hierna: het Rijk in Europa) evenals de rechter in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, zijn bevoegdheid in
privaatrechtelijke zaken van interregionale aard te bepalen door zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij
de bevoegdheidsregels die voor hem gelden op het terrein van het internationaal privaatrecht. De rechter
in het Rijk in Europa is, mede gelet op de voorrang van verdragen en EU-verordeningen ten opzichte van
het nationale recht, gehouden om eerst te onderzoeken of in een geval van interregionale aard
overeenkomstige toepassing kan worden gegeven aan de in verdragen en EU-verordeningen
neergelegde bevoegdheidsbepalingen en indien blijkt dat dergelijke verdragsrechtelijke of Unierechtelijke bevoegdheidsbepalingen ontbreken of zich niet voor overeenkomstige toepassing lenen, dient de rechter in het Rijk in Europa zijn rechtsmacht in een geval van interregionale aard te bepalen met overeenkomstige toepassing van de art. 1-14 Rv.
Meerzijdige conflictregels dienen te beschikken over drie kenmerken: welke 3? Leg ze uit

Slide 9 - Open question

Neutraal: alle rechtsstelsels, ongeacht hun herkomst, worden op voet van gelijkwaardigheid voor toepassing in aanmerking genomen.

Indirect: Omdat de regel niet direct de internationale rechtsverhouding regelt. Hij deelt alleen maar toe. 

Abstract: Twee opzichten. Inhoud betrokken rechtsregels hebben geen invloed op de verwijsregels. En omdat er maar 1 regel beslissend is voor de vraag welk rechtstelsel zal worden toegepast.

Drie aspecten van de meerzijdige conflictregel?

Slide 10 - Open question

- De verwijzingscategorie (het onderwerp van de verwijzing.) 
- De aanknopingsfactor (de norm van de verwijzing)
- Het toepasselijk aangewezen rechtstelsel
Aanknopingsfactoren gaan vaak over materieel recht. Noem een aantal aanknopingsfactoren.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Volgens Strikwerda zijn er een viertal problemen te bedenken bij het aanhouden van de nationaliteit als aanknopingspunt. Noem ze alle vier.

Slide 12 - Open question

Staatloosheid;
Vluchtelingen;
Meervoudige nationaliteit; en
Verwaterde nationaliteit.

Leg het verschil uit tussen objectieve en subjectieve aanknopingspunten.

Slide 13 - Open question

Bestaat de aanknopingsfactor uit zo'n feitelijk-geografische gegeven dan spreekt men van een objectieve aanknopingsfactor. Subjectieve aanknopingsfactoren zijn
Wat wordt er in het IPR bedoeld met de kwalificatievraag? Leg uit waarom deze vraag zo belangrijk is voor het IPR.

Slide 14 - Open question

Wat voor rechtsverhouding / verwijzingscategorie hebben wij het over?
Dat gebeurt aan de hand van de lex fori.

Wat wordt er in het IPR bedoeld met Renvoi?

Slide 15 - Open question

Conflict tussen ‘eigen’ verwijzingsregel en de verwijzingsregel van het rechtsstelsel dat toepasselijk wordt geacht.
Curacaos ipr doet niet aan renvoi.

Leg uit wat er bedoeld wordt met de derogerende werking van de openbare orde.

Slide 16 - Open question

Bij de toepassing van de openbare-orde-exceptie is er sprake van een botsing van fundamentele waarden van het eigen recht met die van het op grond van de verwijzingsregel toepasselijke vreemde recht.
De vreemde rechtsregel wordt in dat geval buiten beschouwing gelaten. De openbare orde heeft dus een derogerende werking.

Het Nederlands IPR is niet geheel gelijk aan Curacaos IPR. Leg dit uit aan de hand van 3 verschillen.

Slide 17 - Open question

 Nationaliteit- vs domiciliebeginsel;
 Concordantie en disconcordantie;
 NL en Curaçao niet steeds bij dezelfde
   verdragen partij;
Hans is woonachtig in Nederland. Hij zuipt zich te pletter op Curacao en komt daaraan te overlijden. Naar welk recht wordt de nalatenschap van Hans verdeeld?

Slide 18 - Open question

Vereffening van de nalatenschap (afwikkelingsformaliteiten) wordt beheerst door het recht van het land van de laatste woonplaats (formeel) van de erflater.
  
De nalatenschap (wie erft wat?) wordt beheerst door het recht van de laatste gewone verblijfplaats (feitelijk) van de erflater;

Hans heeft een huis op Curacao. Naar welk recht wordt dit onder de nabestaande in Nederland verdeeld?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Stel: Hans is een Digital Nomad zonder vaste woon/verblijfplaats. En hij komt te overlijden in Frankrijk. Naar welk recht wordt zijn nalatenschap in Nederland en Curacao verdeeld?

Slide 20 - Open question

Geen gewone verblijfplaats? Dan is van toepassing het recht van het land waar de nalatenschap het nauwste mee is verbonden;

De Nederlandse Hans wil scheiden van zijn Belgische vrouw Els. Ze zijn getrouwd op Curacao, maar wonen al een geruime tijd in Nederland. Bij welke rechter kunnen ze een echtscheidingsverzoek indienen?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Hans wil scheiden van zijn vrouw Betty. Ze hebben samen 3 kinderen. Een van 10, 15 en 18 jaar oud. Hans woont op Curacao. Zijn vrouw woont in Nederland met de twee jongste kinderen. Het oudste kind studeert in Belgie. Welk recht bepaalt of Hans alimentatie moet betalen aan zijn vrouw? Moet Hans ook kinderalimentatie betalen aan zijn oudste dochter? En naar welk recht is dat geregeld?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Noem de drie eisen die verbonden zijn aan het sluiten van een consulair huwelijk.

Slide 23 - Open question

(1) Geen der aanstaande echtgenoten is Nederlands.

(2) De buitenlandse consulaire of diplomatieke ambtenaar dient volgens het recht van de zendstaat bevoegd te zijn tot het voltrekken van huwelijken.

(3) De zendstaat staat aan Nederlandse consulaire of diplomatieke ambtenaren toe huwelijken te voltrekken op zijn grondgebied. (De eis van repciprociteit)
Welke rechtsregel komt er voort uit arrest Chelouche/Van Leer? Of ook wel; omschrijf de geformuleerde conflictregels aangaande de vermogensrechtelijke verhouding van echtgenoten.

Slide 24 - Open question

Geval waarin partijen, echtelieden, niet hebben aangewezen aan welk recht hun vermogensrechtelijke verhouding onderworpen zou zijn. Geding waarin de rechter heeft te beslissen welke wet het huwelijksgoederenrecht van partijen beheerst en met name, gezien het petitum van de inleidende dagvaarding, of dit het Nederlandse recht is.

(1.) het recht dat aangewezen is, is van toepassing

(2.) Bij gebreke van een rechtskeuze; het recht van het land van het eerste huwelijksdomicilie

(3.) Bij verschil van nationaliteit: het recht van het land waar het eerste huwelijksdomicilie dat partijen bij het huwelijk bestigen

(4.) bij gebreke van ook een eerste huwelijksdomicilie: nauwste band met land.


Het Sabah-arrest legde een probleem bloot voor wat betreft de Chelouche regels. Omschrijf kort dit probleem.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Binnen het huwelijksvermogensrecht telde lang het onveranderlijkheidbeginsel. Leg dit uit.

Slide 26 - Open question

In zijn algemeenheid houdt het eenheidsbeginsel in dat gedurende het huwelijk tussen partijen hetzelfde goederenregime moet gelden. Hierbij betekend dit ook dat het verboden is om tijdens het huwelijk huwelijke voorwaarden aan te gaan, aangezien zij daarmee veranderingen aanbrengen in dat goederenregime. Dit staat bekend als het onveranderlijkheidsbeginsel.