Herhaling 1.1 en 1.2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herhaling voor SO

Lesplan

1. leerdoelen doornemen

2. uitleg lesstof en oefenen met vragen 

3. vragen stellen

1.1

ontdek je binnenste

1.1

Leerdoelen

o De leerling kent vier orgaanstelsels

o De leerling kan de taak van het beenderstelsel/skelet beschrijven

o De leerling kan de taak van het verteringstelsel beschrijven

o De leerling kan de taak van het ademhalingsstelsel beschrijven

o De leerling kan de taak van het bloedvatenstelsel

o De leerling kan uitleggen wat een orgaan en een voorbeeld geven

o De leerling kan uitleggen wat een orgaan doet.

o De leerling kan de onderdelen van een cel (cytoplasma, celmembraan, celkern) herkennen.

o De leerling kan de opbouw van een orgaanstelsel beschrijven

Wat zie je op het plaatje?

1. een orgaan
2. cellen
3. een orgaanstelsel

Wat zie je op het plaatje?

1. orgaan
2. cellen
3. orgaanstelsel

Wat zie je in het plaatje?

1. orgaan
2. cellen
3. orgaanstelsel

Tot welk orgaanstelsel hoort het volgend orgaan?

Tot welk orgaanstelsel hoort het volgend orgaan?

Wat is een orgaanstelsel?

Groot

Klein

Orgaan

Cel

Orgaanstelsel

Organisme

Organen

Je lichaam bestaat uit organen.

Elk orgaan heeft een functie (eigen taak)

Organen kun je bekijken in een torso

Orgaanstelsels

- Orgaanstelsel = een groep organen die samen één taak uitvoeren.

- Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel en wat is de taak?

Verteringstelsel

Bestaat uit: mond, slokdarm, maag darmen en anus

Taak: het verteren van eten

Skelet

bestaat uit: alle botten

Taak: stevigheid aan lichaam

bloedvatenstelsel

Bestaat uit: hart en bloedvaten

Taak: het vervoeren van stoffen

Ademhalingstselsel

Bestaat uit: neus, mond, longen en luchtpijp

Taak: ademhalen

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 

Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

ademhalingsstelsel

bloedvatenstelsel

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 

Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

Beenderstelsel

verteringsstelsel

plaats de juiste taak bij het juiste stelsel

Eten verteren

vervoeren van stoffen

ademen

stevigheid

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek

Celmembraan

Celkern

Cytoplasma

1.2 je omgeving ontdekken

Leerdoelen

o De leerling kan beschrijven wat waarnemen is.

o De leerling kan uitleggen wat kenmerken zijn en een voorbeeld geven

o De leerling kan verschillende materialen benoemen die helpen bij het waarnemen.

o De leerling kan kloppende beschrijven geven van waarnemingen

o De leerling kan beschrijven wat een natuurgetrouwe tekening is

o De leerling kan beschrijven wat een schematische tekening is.

o De leerling kan beschrijven wat determineren is.

o De leerling kan beschrijven hoe een zoekkaart werkt.

Kies het juiste begrip voor de volgende beschrijving:
Alles wat leeft

1. organisme
2. orgaan
3. orgaanstelsel
4. kenmerken

Wat is waarnemen

Hoe kan je waarnemen?

microscoop

Loep

onderdelen van cellen

onderdelen van organismen

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.

bovenste lens

Grote schroef

onderste lens

Kleine schroef

Lamp

Tafel

Statief

Microscoop

Microscoop onderdelen

Hoe beschrijf je wat je ziet

wanneer je leuke dieren hebt gezien wil je die beschrijven aan andere. Kan op 3 manieren.

1. beschrijven (gesprek)

2. beschrijven (geschreven)

3. tekening

schematische tekening

natuurgetrouwe tekening

Welke 2 soorten tekeningen kan je maken?

Mag wel met schematische tekening

Mag niet met schematische tekening

potlood

stift

rechte lijnen

schuine lijnen

inkleuren

onderdelen benoemen

Wat is determineren

1. tekening maken
2. naam opzoeken
3. een beschrijving geven
4. microscoop gebruiken

Leg in je eigen woorden uit hoe een zoekkaart werkt

Nog vragen?

Ga zelfstandig leren voor de toets