Genen en allelen

Welkom!
Vandaag:
Herhaling paragraaf 5.2
Uitleg chromosomen en allelen (5.3, bladzijde 116)
Oefenopdrachten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag:
Herhaling paragraaf 5.2
Uitleg chromosomen en allelen (5.3, bladzijde 116)
Oefenopdrachten

Slide 1 - Slide

De chromosomen van hetzelfde paar hebben wel dezelfde genen, maar andere varianten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Waardoor word het geslacht van een kind bepaald?
A
Zaadcel
B
Eicel
C
Zaadcel & eicel
D
Geen van beide

Slide 3 - Quiz

Een menselijke cel heeft 23 chromosomen, dit is een...
A
Lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 4 - Quiz

Van groot naar klein

Slide 5 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
We gaan leren:
Wat genen en allelen zijn.
Op wat voor manieren je DNA kan veranderen (muteren).
Hoe kanker veroorzaakt word. 

Slide 6 - Slide

DNA
De chromosomen bestaan uit DNA.
Deze bepalen uiteindelijk alle erfelijke eigenschappen van je lichaam, doordat ze verschillende eiwitten maken.  
Een bepaald stukje van je DNA, dat iets zegt over 1 eigenschap, noem je een gen. Je DNA bestaat uit basen, dit zijn de letters die iets over je zeggen (A-T-C-G). 


Slide 7 - Slide

DNA uitgerold/versimpelt 

Slide 8 - Slide

Genen en allelen 
Een stuk DNA dat iets zegt over één eigenschap noem je een gen, zoals een gen voor haarkleur, oogkleur, lengte en de aanleg voor alzheimer. 
Een gen kan allemaal verschillende ''smaakjes'' (varianten) hebben. Dit noem je allelen. Je krijgt er altijd twee: een van je moeder, en een van je vader.

Slide 9 - Slide

Varianten van genen, allelen

Slide 10 - Slide

Varianten van genen, allelen

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de volgende opdrachten: 1, 5 en 6. Daarna mag je iets voor jezelf doen. 

Slide 12 - Slide

Welkom!
Vandaag:
Herhalen DNA
Uitleg mutaties (5.3, bladzijde 114)
Filmpje

Slide 13 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
We gaan leren:
Wat genen en allelen zijn.
Op wat voor manieren je DNA kan veranderen (muteren).
Hoe kanker veroorzaakt word. 

Slide 14 - Slide

Mutaties
Het DNA kan om verschillende redenen wel eens veranderen. De volgen hiervan kunnen er niet, tot heel groot zijn. Een mutatie in een lichaamscel is vaak minder erg dan in een geslachtscel, omdat het kind ontstaan uit twee geslachtscellen. 

Slide 15 - Slide

Mutaties 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 1: albinisme 

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 2: kanker
Soms kan een mutatie ervoor zorgen dat één cel heel vaak gaat delen; op dat moment ontstaat er een tumor. Deze kunnen kwaadaardig zijn, omdat ze heel snel groeien en veel energie van andere cellen weghalen. Dit heet kanker. Als het zich verspreid door het lymfe/bloedvatenstelsel, kan het zich uitzaaien

Slide 18 - Slide

Kanker

Slide 19 - Slide

Oorzaken mutaties (mutagene invloeden)

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 5.3, dit is huiswerk voor de volgende les. 

Klaar? Paragraaf 5.1 t/m 5.3 nakijken (antwoorden staan op teams)

Slide 21 - Slide