Fysiologie

Fysiologie
Herhaling
1 / 49
next
Slide 1: Slide
FysiologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Fysiologie
Herhaling

Slide 1 - Slide

Welke stelsels moeten we weten?

Slide 2 - Mind map

Ademhalningsstelsel

Slide 3 - Slide

Wat zijn de 3 functies van het Ademhalingsstelsel

Slide 4 - Open question

Wat zijn de functies van de longblaasjes

Slide 5 - Open question

Welke ademhalings problemen zijn er en leg uit wat het is

Slide 6 - Open question

Wat is een ander woord voor longblaasjes?
A
Capillairen
B
Alveolen
C
Bronchiën
D
Keuhkorakkuloihin

Slide 7 - Quiz

Wat is de rustwaarde van de ademhaling?
A
6 - 10 x per minuut
B
8 - 16 x per minuut
C
6 - 12 x per minuut
D
8 - 14 x per minuut

Slide 8 - Quiz

Hoe komt de in- en uitademing tot stand?

Slide 9 - Open question

_______
____
Strottenklepje
Luchtpijp
Luchtzak
Neusholte
Voorhoofdholtes
Bronchiën
Longen
Longblaasjes

Slide 10 - Drag question

Cardiovasculurestelsel

Slide 11 - Slide

Waar is hemoglobine belangrijk voor?
A
Vervoeren van O2
B
Vervoeren van CO2
C
Vervoeren van opgeloste stoffen

Slide 12 - Quiz

Welk deel van het hart is het meest gespierde?
A
De boezems
B
De kamers
C
De rechter kant
D
De linker kant

Slide 13 - Quiz

Wat is de kleine- en grote bloedsomloop

Slide 14 - Open question

Wat is Hematocriet?
A
De verhouding rode bloedcellen van het totaal
B
De verhouding tussen rode en witte bloedcellen
C
De verhouding tussen witte bloedcellen en bloedplasma
D
De verhouding tussen bloedplasma en rode bloedcellen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is er bij de rechter en linker buisje aan de hand?

Slide 17 - Open question

Noem 5 Verschillen tussen slagaders en aders

Slide 18 - Open question

Beschrijf de route die het bloed aflegt door het lichaam, begin bij de longen

Slide 19 - Open question

Wat is de rustwaarde van de hartslag
A
25 - 40 slagen per minuut
B
20 - 30 slagen per minuut
C
28 - 40 slagen per minuut
D
30 - 45 slagen per minuut

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je de hoeveelheid bloed die vrijkomt om door je lichaam heen te pompen
A
Hartslagfrequentie
B
Hartminuutvolume
C
Slagvolume
D
Bloedsnelheid

Slide 21 - Quiz

Bovenste holle ader
Longader
Rechter boezem
Hartkleppen
Rechter kamer
Onderste holle ader
Aorta
Longslagader
Linker boezem
Linker kamer

Slide 22 - Drag question

Lymfestelsel

Slide 23 - Slide

Hoe kan een paard zijn overtollige warmte uit
A
Door de mond
B
via straling en geleiding aan de omgeving
C
Via uitgeademde lucht
D
via verdamping

Slide 24 - Quiz

Wat is de functie van het lymfevatenstelsel?

Slide 25 - Open question

Waaruit bestaat het lymfevatenstelsel
A
Capilliaren
B
Lymfevaten
C
Lymfebanen
D
Lymfeklieren

Slide 26 - Quiz

Wat is het verschil tussen het bloedvatenstelsel en het lymfevatestelsel

Slide 27 - Open question

Waaruit bestaat lymfevocht?
A
water
B
eiwitten
C
ziekteverwekkers
D
opgeloste stoffen

Slide 28 - Quiz

Spijsverteringsstelsel

Slide 29 - Slide

Uit welke tanden bestaat het gebit

Slide 30 - Open question

Op welke leeftijd heeft een veulen alle 12 zijn snijtanden?
A
4 tot 6 maand
B
7 tot 9 maand
C
6 tot 8 maand
D
2 tot 5 maand

Slide 31 - Quiz

Wanneer ontstaan er haken op de kiezen?

Slide 32 - Open question

Wat is de functie van speeksel
A
Neutraliseren maagzuur
B
Verbreed de slokdarm voor voedsel
C
Soepel vervoeren van voedsel door de luchtpijp
D
Soepel vervoeren van voedsel door de slokdarm

Slide 33 - Quiz

Wat houd verteren in?
A
Kleiner maken van eten
B
Kleiner maken van enzyme
C
Bacterie aantal groter maken
D
Opnemen van voeding in het bloed

Slide 34 - Quiz

Wat doen de enzymen
A
verteren van voeding
B
kleiner maken van voeding
C
makkelijk opnemen van voeding
D
opnemen van voeding

Slide 35 - Quiz

Wat is fermantatie?

Slide 36 - Open question

Waar blijft het voer het langst
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Blinde darm
D
Maag

Slide 37 - Quiz

Hoe krijgt een paard gaskoliek?

Slide 38 - Open question

Hoe groot is de maaginhoud?
A
1- 4 liter
B
5- 25 liter
C
10 - 15 liter
D
25- 30 liter

Slide 39 - Quiz

Welk enzym zit in het bodemgedeelte van de maag?
A
Pepsinio
B
Pepsica
C
Pepsine
D
Pancreassap

Slide 40 - Quiz

Wat is de functie van pepsine?

Slide 41 - Open question

Wat is de functie van gal?
A
oplossen van vetten
B
oplossen van vitamines
C
oplossen van enzyme
D
oplossen van eiwitten

Slide 42 - Quiz

Wat produceert de alvleesklier en wat is de functie

Slide 43 - Open question

Wat word er in de blinde en dikke darm opgenomen?
A
suikers
B
eiwitten
C
vetzuren
D
ruwe celstof

Slide 44 - Quiz

____________
Slokdarm
Anus
Dunne darm
Dikke darm
Blinde darm
Endeldarm
Maag

Slide 45 - Drag question

Urinestelsel

Slide 46 - Slide

Wat zijn 3 de functies van de lever?

Slide 47 - Open question

Welk orgaan werkt als het ware als een grote zeef
A
Nieren
B
Maag
C
Milt
D
Lever

Slide 48 - Quiz

Nieren
Urinebuis
Blaas
Urineleider

Slide 49 - Drag question