3 havo hoofdstuk 2 paragraaf 4

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met jullie?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:
  • Begrippen?
  • Huiswerk?
  • Leerdoelen paragraaf 2.4
  • Instructie paragraaf 2.4
  • Aan de slag met 2.4
  • Evaluatie leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Een paar begrippen:

Slide 4 - Slide

Opzettelijk onvoorzichtig gedrag van een verzekerde.
Moral hazard

Slide 5 - Slide

De kans dat vooral mensen met een hoog risico zich verzekeren.
Averechtse selectie

Slide 6 - Slide

Asymetrische informatie.
Als de verzekeraar niet over dezelfde infomatie beschikt als de verzekerde.

Slide 7 - Slide

Premiedifferentiatie.
Een groep met een hoog risico moet een hogere premie betalen dan een groep met een laag risico.

Slide 8 - Slide

Eigen risico
Dat deel van de schade dat je zelf moet betalen.

Slide 9 - Slide

Is het gelukt met het huiswerk?
Welke opgave ging goed? Met welke opgave had je meer moeite?

Slide 10 - Slide

  • Je kunt  uitleggen wat voor een risico een verzekeringsmaatschappij loopt.
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken.
  • Je kunt de belangrijkste inkomsten van de overheid noemen.
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte belastingen noemen.
  • Je kunt berekeningen maken met btw.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Aan de slag met paragraaf 2.4 (56 t/m 59 niet).
  • Ben je eerder klaar en vind je het nog lastig, ga dan naar de oefenopgaven van hoofdstuk 2.
  • Ben je eerder klaar maar heb je nog wel moeite de berekeningen, maak dan de extra rekenopgaven.
  • Ben je eerder klaar en wil je iets meer uitdaging, 
       ga dan verder met de verdiepingsopdrachten.

timer
10:00

Slide 14 - Slide

  • Je kunt  uitleggen wat voor een risico een verzekeringsmaatschappij loopt.
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringsmaatschappijen hun risico's beperken.
  • Je kunt de belangrijkste inkomsten van de overheid noemen.
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte belastingen noemen.
  • Je kunt berekeningen maken met btw.

Slide 15 - Slide

Huiswerk
§ 2.4 af.

Let op! 56, 57, 58 en 59 doen we niet.

De toets gaat naar 16 maart!

Slide 16 - Slide