What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen minitoets Mens en Activiteit H3
Een doelgroep is:
A
Een groep mensen die dezelfde interesse hebben
B
Een groep mensen die samen iets ondernemen
C
Een groep mensen die samen uit eten gaan
D
Een groep mensen die jij wilt bereiken met je activiteit
1 / 22
next
Slide 1:
Quiz
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een doelgroep is:
A
Een groep mensen die dezelfde interesse hebben
B
Een groep mensen die samen iets ondernemen
C
Een groep mensen die samen uit eten gaan
D
Een groep mensen die jij wilt bereiken met je activiteit
Slide 1 - Quiz
Zet bij de juiste groep:
heterogene groep
homogene groep
meisjes in dezelfde leeftijdsgroep
alle basisschoolkinderen
ouderen vanaf 65 jaar
pubers
Slide 2 - Drag question
Waarom moet je rekening houden met ontwikkelingsfase
A
Omdat je moet weten hoeveel personen aanwezig zijn
B
Omdat je moet weten wat de doelgroep kan
C
Omdat je moet weten waar je de activiteit moet houden
Slide 3 - Quiz
In welk geval is het belangrijk dat je weet hoe de gezondheid van je doelgroep is
A
Je organiseert een kookworkshop
B
Je organiseert een knutselmiddag
C
Je organiseert een voorleesmiddag
Slide 4 - Quiz
Wat is een ander woord voor sociale omgeving?
A
Sociaal netwerk.
B
Je familie en vrienden.
C
School.
D
Je werk.
Slide 5 - Quiz
Wie hoort niet tot je sociale omgeving
A
vrienden
B
collega's
C
familie
D
de presentator van weer
Slide 6 - Quiz
Zet bij het juiste vak (normen of waarden)
norm
waarde
eerlijkheid
Je zegt U tegen een ouder iemand
je mag je mening uiten
vriendschap
Slide 7 - Drag question
Wat betekent een multiculturele samenleving?
A
Een samenleving waarbij jongens en meisjes gelijk aan elkaar zijn
B
Een samenleving waarbij verschillende culturen vreedzaam naast elkaar bestaan en leven
C
Een samenleving waarbij oorlog is tussen verschillende geloven
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van emigratie
A
Iemand gaat op vakantie naar Australië
B
Iemand komt naar Nederland om te trouwen met een Nederlander
C
Iemand gaat verhuizen naar Canada en wordt daar boer
Slide 9 - Quiz
Waarom kwamen gastarbeiders naar Nederland?
A
Omdat ze een partner vonden in Nederland
B
Omdat ze uitgenodigd werden om in Nederland te komen wonen en werken
C
Omdat ze gevlucht zijn uit hun eigen land
Slide 10 - Quiz
Wat zijn politieke vluchtelingen
A
Mensen die niet in hun eigen land kunnen blijven omdat het onveilig is
B
Mensen die niet in hun land kunnen blijven omdat ze geen geld of eten hebben
C
Mensen die uitgenodigd worden door Nederland om hier te komen wonen en werken
Slide 11 - Quiz
Jodendom
Christendom
Islam
Hindoeïsme
Jaweh
bijbel
Veda
Reincarnatie
Moskee
Allah
Thora
kerk
Koosjer voeding
Slide 12 - Drag question
Signaleren kan betekenen dat:
A
Je iets gezien hebt
B
Je iets gehoord hebt
C
A, B en D zijn goed
D
Je iets is op gevallen
Slide 13 - Quiz
Hoe kom je te weten wat je doelgroep wil?
A
contact leggen, signaleren van behoeften, observeren
B
observeren, activiteit bedenken, uitvoeren
C
signaleren van behoeften, observeren, activiteit bedenken
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een formeel gesprek
A
telefoongesprek met je moeder
B
intakegesprek voor het MBO
C
chatten met vrienden
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een informeel gesprek
A
Gesprek tussen welzijnswerker en jongere
B
Sollicitatiegesprek
C
Afspraak met de dokter
Slide 16 - Quiz
verbaal
non-verbaal
tong uitsteken naar iemand
gesprek voeren met een vriend(in)
naar iemand lachen
zwaaien
een vraag stellen
brief schrijven
Slide 17 - Drag question
Wat is een open vraag
A
Vind je dit leuk? Ja of nee
B
Wat zou je zelf graag willen doen?
Slide 18 - Quiz
Wat is een gesloten vraag?
A
Hoe heet je?
B
Kruis aan wat je wilt gaan doen
Slide 19 - Quiz
Objectief is:
A
alleen op de feiten letten en je niet laten beïnvloeden door je gevoel
B
uitgaan van je eigen gevoel en mening
Slide 20 - Quiz
Als je uit gaat van je gevoel en mening noemen we dit:
A
objectief
B
topjectief
C
subjectief
Slide 21 - Quiz
Welke manieren van observeren ken je?
A
beschrijvende observatie en getekende observatie
B
beschrijvende observatie en aan de hand van observatieschema
C
observatieschema en getekende observatie
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
oefenen minitoets Mens en Activiteit H3
September 2024
- Lesson with
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
M&A - Hoofdstuk 3 (28)
November 2023
- Lesson with
30 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
M&A H3 Ken je doelgroep
January 2023
- Lesson with
43 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 – Ken je doelgroep (tessa)
March 2024
- Lesson with
35 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Mens en Activiteit
February 2024
- Lesson with
24 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
WVO les 2
September 2021
- Lesson with
14 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
WVO les 2
March 2024
- Lesson with
14 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
M&A - Hoofdstuk 3 (21)
October 2023
- Lesson with
22 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3