Herhalingsweek les 1 theorie

1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom
Leg op tafel:

Leesboek
Kernboek 
Map + pen/potlood

Begin met lezen in stilte





Slide 2 - Slide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 3 - Slide

Agenda 

1. Herhalen theorie
2. Boek lezen (al gedaan)
3. NUMO 



Slide 4 - Slide

Begrijpend lezen 
Les 14             Tekstdoelen
Les 15             Tekstverbanden
Les 27             Functie van een alinea: je leert welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea

Spelling/grammatica
Les 13              Verschillende werkwoordsvormen 
Les 26              Samenstellingen
Les 39              Verschillende werkwoordsvormen

Schrijven
Les  38              Informatieve teksten
Les  76,77,78   Schrijfplan => vandaag + na de vakantie





   

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?
Fictie
Les 4 Fictie 
Les 17 Personages
Les 18 Omgeving
Les 31 Realistisch en niet-realistisch

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een filmrecensie
A
informeren
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 9 - Quiz

Een theorietekst uit het Nederlandsboek
A
informeren
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quiz

Een spannend boek
A
instructie geven
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 11 - Quiz

Een reclame voor shampoo
A
instructie geven
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 12 - Quiz

Een recept uit een kookboek
A
instructie geven
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 13 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden (blz. 34)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide


Slide 19 - Open question


Slide 20 - Open question

Opbouw van een tekst:

- inleiding
- kern
- slot
H. 27 De functie van een alinea
Je leert welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea.

Slide 21 - Slide

Inleiding:
--> hoofdgedachte (1 zin) en onderwerp (1 woord)
- reden waarom je schrijft
- voorbeeld
- opbouw van de tekst 
- mening 
- belangrijkste informatie

Slide 22 - Slide

Kern:

- opsomming
- voorbeeld
- tegenstelling
- doel en middel
- vraag en antwoord
- oorzaak en gevolg
- mening en argument

Slide 23 - Slide

Slot:

- samenvatting 
- conclusie
- advies
- vraag 
- toekomstverwachting
--> hoofdgedachte (1 zin)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide




  • Verzonnen
  • Vooral voor je plezier

          /                       \               






  • Niet verzonnen
  • Vooral om iets te weten te komen 
  • Bijv. kranten, nieuws, studieboek, woordenboek, biografie etc. 
Fictie                Non-fictie
Realistisch
Niet-realistisch
Zou echt kunnen gebeuren
Zou niet echt kunnen gebeuren

Slide 29 - Slide

Fictie of non-fictie
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 30 - Quiz


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 31 - Quiz


Fictie of non-fictie: een biografie over Johan Cruijff?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 32 - Quiz

Fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 33 - Quiz

Harry Potter: fictie/non-fictie
realistisch/onrealistisch?
A
fictie, realistisch
B
fictie, onrealistisch
C
non-fictie

Slide 34 - Quiz

Fictie/non-fictie
realistisch/onrealistisch: historische roman
A
fictie, realistisch
B
fictie, onrealistisch
C
non-fictie

Slide 35 - Quiz

Hoe ziet een nieuwsbericht eruit?
Titel
Inleiding
Één of meer alinea's met deelonderwerpen
Vaak een foto
Witregels tussen de alinea's.
Vaak een foto
Heeft dit bericht een slot?

Slide 36 - Slide

W5H?
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER
WAAROM 
HOE

Slide 37 - Slide

LEAD
Lead = inleiding van je nieuwsbericht.

Je geeft antwoord op de vraag
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER

Slide 38 - Slide

Leerdoel: Je leert wanneer je woorden aan elkaar of los schrijft en wanneer je een tussenklank of koppelteken gebruikt.

Slide 39 - Slide

AANTEKENINGEN - Hoofdregel samenstellingen
Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding dan schrijf je het woord aan elkaar.
lange afstandsloper    langeafstandsloper

Slide 40 - Slide

Je schrijft een - e als tussenklank als:

- het eerste woord geen meervoud heeft.
- het eerste woord ook kan eindigen op een -s

Slide 41 - Slide

Oefenen
timer
4:00

Slide 42 - Slide

Nakijken.
Gebruik andere kleur pen.

Slide 43 - Slide

Opdracht/Huiswerk
- Ga naar Teams en kijk naar de toetsstof voor periode 1
- Kies 2/3 onderwerpen die je moeilijk vindt
- Open ChatGPT en vraag om drie open toetsvragen te maken over de onderwerpen op het niveau van mavo 3
- Maak je eigen oefenvragen en laat je antwoord nakijken door ChatGPT

Slide 44 - Slide

Waar wil je nog aan werken voor de toets?

Slide 45 - Open question