This lesson contains 16 slides, with text slides.
1. Je kunt tekstverbanden in verschillende teksten herkennen aan signaalwoorden (chronologie, opsomming, tegenstelling en toelichting). (H4)
2. Je kunt de tekstdoelen: informeren, overtuigen, amuseren en activeren herkennen in teksten en je kunt verschillende tekstsoorten noemen. (H5)
3. Je kunt uitleggen waarom een afbeelding belangrijk is bij een tekst. Je kunt ook informatie uit een afbeelding halen.