This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Module 6 zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Slide 1 - Slide
Methodische cyclus
Evalueren van zorgactiviteiten
Gegevens verzamelen
Uitvoeren van zorgactiviteiten
Vaststellen van behoeften
Zorgdoelen vaststellen
Plannen van zorgactiviteiten
Slide 2 - Drag question
Stap 4-Zorgactiviteiten plannen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Zorgactiviteiten
Afgestemd op de zorgbehoefte en het zorgdoel
Veilig en passen bij de leeftijd, gezondheid en zelfzorgmogelijkheden
Passend bij de wensen en behoeften
Slide 5 - Slide
Vraag:
Wat is het verschil tussen een zorgactiviteit en een ondersteuningsactiviteit?
Slide 6 - Slide
Directe zorgactiviteiten
Indirecte zorgactiviteiten
Slide 7 - Slide
Indirecte zorgactiviteiten
Activiteit staat los van de individuele zorgvragers
denk aan deelnemen aan een teamvergadering
denk aan bijscholing en vakliteratuur lezen
denk aan voorraadbeheer (bv van medicatie of platgoed)
Slide 8 - Slide
Directe zorgactiviteiten
zorgactiviteiten gepland voor de individuele zorgvrager
terug te vinden in het zorgplan van de zorgvrager
omschreven bij de vier domeinen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoe formuleer je een activiteit?
Slide 11 - Slide
Voorbeelden van zorgactiviteiten
Ondersteuning bij het uitvoeren van bepaalde handelingen. Denk aan hulp bij het wassen.
Ondersteuning die met communicatie te maken heeft. Denk aan een gesprek voeren.
Ondersteuning die is gericht op het aannemen van een bepaalde houding bv een voorbeeldgedrag
Slide 12 - Slide
Oefening
Mevrouw Assanti heeft op haar scheenbeen een wond wat maar niet dicht wil, ze heeft er veel pijn aan.
Formuleer een SMART zorgdoel
Beschrijf 2 activiteiten die bij dit doel horen
Slide 13 - Slide
Oefening 2
Meneer Hoekstra durft niet goed te lopen, een rollator vind hij maar een onding maar helemaal de stoel uitkomen vind hij ook geen oplossing. Hij heeft besloten om het te gaan proberen met een rollator.
Formuleer een SMART zorgdoel
Beschrijf 2 activiteiten die bij dit doel horen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Observeren & Rapporteren
) Introductie van de les
) Observeren
) Objectief & Subjectief
) Rapporteren met de SOEP/SOAP rapportage
Slide 17 - Slide
Observeren & Rapporteren
Kun je alles waarnemen?
Slide 18 - Slide
Verschil waarnemen en observeren
Waarnemen is iets bij toeval opmerken met een van je zintuigen. Horen, zien, voelen, ruiken.
Observeren is het bewust met een bepaald doel waarnemen van het gedrag van iemand.
Slide 19 - Slide
Objectief & Subjectief
Objectief is gebaseerd op feiten
subjectief is gebaseerd op eigen mening
Slide 20 - Slide
Objectief of
Subjectief
Slide 21 - Slide
Opdracht
Maak in Thieme de Module-opdracht Thieme uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten – padlet/foto’s
Slide 22 - Slide
rapportage herkennen
De informatie die je door het observeren krijgt moet je zo objectief mogelijk beschrijven. Dat doe je door het verslag zo precies mogelijk te schrijven. Alles wat je hebt waargenomen met de ogen, oren en andere zintuigen.
Slide 23 - Slide
Hulpmiddel bij rapporteren
SOAP methode Kan helpen om rapportage concreet en duidelijk op te schrijven
Slide 24 - Slide
rapporteren volgens soep methode
Meneer gaf aan zich niet lekker te voelen tijdens de ADL. Bespreek: wat is de soep/soap methode? En waar staat elke letter voor?
S:
O:
A/E:
P:
Slide 25 - Slide
SOAP Rapportage
S= Subjectief
O= Objectief
A= Analyse
P= Plan
Slide 26 - Slide
Goed of fout?
De wond zit op het been van de zorgvrager.
Mw. heeft vandaag 6 glazen fris gedronken.
Mw. gaf vandaag haar pijn een 8.
Het litteken van de heupoperatie zit op de heup.
Slide 27 - Slide
Schrijf een SOAP rapportage over komend video fragment