This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
*
Slide 1 - Slide
Planning
1. Herhalen
2. Theorie 2.2
3. Pauze!
4. Zelfstandig werken
5. Les afsluiten
Slide 2 - Slide
Chartaal geld
Giraal geld
1. Welk plaatje hoort bij welk soort geld?
Slide 3 - Drag question
2. Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?
Slide 4 - Open question
3. Sander heeft €324,10 op zijn rekening staan. Hij geeft €30,20 uit aan eten, €15,60 aan drinken en €72 aan kleding. Hij verdient €150,15. Wat is Sander's nieuwe saldo?
Slide 5 - Open question
Aan het eind van deze les kan ik:
De drie functies van geld benoemen
Drie redenen geven om te sparen
Uitleggen wat rente is
Aan de hand van een stappenplan uitrekenen hoeveel rente je op een spaarrekening ontvangt
Slide 6 - Slide
Theorie 2.2.
Vorige les: geld als ruilmiddel
Maar waarvoor kan je geld nog meer gebruiken?
Om waarde aan iets te geven. VB: hoeveel geld is een pen waard? En een telefoon?
Om te sparen
Slide 7 - Slide
Theorie 2.2.
Geld heeft dus 3 functies:
Geld als ruilmiddel
Geld als rekenmiddel: hoeveel is iets waard
Geld als spaarmiddel
Vandaag gaan we kijken naar sparen!
Slide 8 - Slide
2.2: Waarom zou je sparen?
Wat is sparen?
Sparen houdt in dat je geld niet nu uitgeeft, maar bewaart voor later
Wie spaart er? En waarom doe je dat?
Redenen om te sparen:
Je spaart voor een doel
Je spaart uit voorzorg
Je spaart voor rente
Slide 9 - Slide
Opdracht!
Maak in tweetallen opdracht 25, 26, 13 en 14 uit je boek
10 minuten de tijd
Eerder klaar? --> Ga verder met vraag 15, 16 en 27.
Slide 10 - Slide
Hoe werkt sparen?
Als je spaart zet je geld op de bank
De bank geeft jou in ruil hiervoor rente
Rente is dus een vergoeding voor jouw spaargeld!
Slide 11 - Slide
Hoe werkt sparen?
Waarom krijg je dit?
De bank leent jouw spaargeld uit aan anderen. Hier verdienen zij geld mee, waardoor jij ook een beloning krijgt!
Slide 12 - Slide
Rekenen met rente
Rente wordt altijd aangegeven in procenten per jaar
Als je met procenten kan rekenen, kan je dus ook de rente berekenen!
Je doorloopt hierbij een aantal stappen
Die gaan we nu verwerken in een stappenplan
Slide 13 - Slide
Opdracht
Je hebt met je bijbaan €121 verdient. Je geeft 15% hiervan uit aan eten in de kantine. Hoeveel geld heb je dan uitgegeven aan eten?
Slide 14 - Slide
Nu zelf!
Los nu op precies dezelfde manier onderstaande som op. Gebruik hierbij je stappenplan!
Je zet €100 op een spaarrekening. Je krijgt 2% rente per jaar.
Hoeveel rente ontvang je na één jaar?
Hoeveel geld staat er dan na één jaar op je spaarrekening?
Slide 15 - Slide
Pauze!
5 minuten
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Opdracht!
Maak opdracht 20, 21 en 22
Gebruik hierbij je stappenplan!
15 minuten de tijd
Daarna klassikaal bespreken
Eerder klaar? Ga verder met de rest van het huiswerk.