révision ch2

herhaling hoofdstuk 2

gemaakt door  boet

programma

planning

la glace

1. het ijsje
2. de groente
3. de vis
4. de frietjes

wat betekent l'entrée v

le café

1. het café
2. voor mij
3. het ijsje
4. de koffie

le plat principal

1. de lieve directeur
2. het nagerecht
3. het hoofdgerecht
4. de salade

le lait

1. het water
2. de melk
3. open
4. de groente

hoe schrijf je in het frans waar zijn de toilettes

ober de kaart astublieft

1. monsieur l´addition s´il vous plait
2. monsieur de rien sil vous plait
3. monsieur la carte sil vous plaitt
4. monsieur la combien sil vous plait

het is hier

1. c´ ici
2. c´est aider
3. c´est de rien
4. c´est ici

waar zet je ne en pas neer in de zin

je suis un chat
hoe maak je deze zin in ontkenning

hoe maak je deze zin ontkennend
tu aimes les crepes

hoe maak je deze zin ontkennend
je prefere les pizzas

welke vervoeging hoort bij dit woord

vous avoir welke hoort erbij

1. e
2. ez
3. je
4. ent

nous avoir welke hoort erbij

1. ons
2. e
3. ent
4. ez

tu aimer welke hoort erbij

1. es
2. ent
3. e
4. ons

je aider welke hoort erbij

1. e
2. ent
3. ez
4. ont

deze woorden zijn onregelmatige woorden

nous avons

1. wij zijn
2. wij hebben
3. jullie zijn
4. u heeft

vous avez

1. jullie hebben
2. u bent
3. u heeft
4. jullie zijn

je suis

1. ik ben
2. jij hebt
3. ik heb
4. zij heeft

j´ai

1. ik ben
2. ik heb
3. jij bent
4. u heeft

tu as

1. ik ben
2. u heeft
3. jij hebt
4. jullie zijn