This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek + schrift van Nederlands, laat het nog even dicht!
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
???
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
???
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
???
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je een tekst lezen met behulp van het Leesplan.
- herken je tekstsoorten en tekstdoelen.
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 1.12
blz.: 35 t/m 38
opdr.: 1 t/m 3
Slide 6 - Slide
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Slide
Het doel van een aansporende tekst =
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 8 - Quiz
Het doel van een uitleggende tekst =
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 9 - Quiz
Het doel van een amuserende tekst =
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 10 - Quiz
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Blok 1 Les: 1.12 blz.: 35 t/m 38 opdr.: 1 t/m 3
De rest doet mee met de instructie.
Slide 11 - Slide
4. Instructie:
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 12 - Slide
Verkennen - Begrijpen - Verwerken
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Jullie krijgen 1 minuut de tijd om op blz. 36 het GELE schema met tekstsoorten te lezen/bekijken.
timer
1:00
Slide 15 - Slide
Tekstsoorten; ZIJN ER VRAGEN?
tekstsoort
tekstdoel
informerende tekst
informeren: de lezer iets nieuws vertellen
amuserende tekst
amuseren: de lezer vermaken of plezier geven
aansporende tekst
overhalen: de lezer overhalen iets te doen
uitleggende tekst
uitleggen: de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
overtuigende tekst
overtuigen: een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
Slide 16 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1.12, opdr. 1 t/m 3 op blz. 35 t/m 38
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Naam lln kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 17 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.12, blz. 35 t/m 38, opdr. 1 t/m 3 --> namen lln
B: les 1.12, blz. 35 t/m 38, opdr. 1 t/m 3 --> Rest van de klas
V: les 1.12, blz. 35 t/m 38, opdr. 1 t/m 3 --> namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak (af)maken.
3. Leren toets / lezen / woordzoeker.
timer
30:00
Slide 18 - Slide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee!
Slide 19 - Slide
het doel van een informerende tekst =
A
handleiding
B
nieuwsbericht
C
boekbespreking
D
folder Jumbo
Slide 20 - Quiz
het doel van een overtuigende tekst = (Voorbeeld: boekbespreking, column, verkiezingstoespraak)
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 21 - Quiz
het doel van een aansporende tekst = (Voorbeeld: advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Etos)
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen
Slide 22 - Quiz
het doel van een uitleggende tekst = (Voorbeeld: handleiding, studieboek, bereidingswijze recept)
A
de lezer laten lezen voor zijn plezier
B
een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is