Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Aan het eind van deze les...
Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.
Slide 1 - Slide
Noem 4 aspecten die je kan beschrijven van het SPEL
Slide 2 - Mind map
Noem zoveel mogelijk aspecten die je kan beschrijven van THEATERVORMGEVING
Slide 3 - Mind map
Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène
Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Luister het hoorspel over PARADE
Maak aantekeningen.
Wat was er zo vernieuwend aan de muziek van Erik Satie?
Beschrijf waarom het decor van Parade bij het kubisme hoort.
Hoorspel Parade
Slide 9 - Slide
Wat weet je over de voorstelling PARADE?
Slide 10 - Mind map
Ontwerp zelf een kostuum voor de mechanische directeurs, op de in het hoorspel omschreven manier. Bedenk argumenten waarom jouw ontwerp voldoet aan de kenmerken van het kubisme.
Voor de personages van de twee managers uit Parade ontwierp Picasso als kostuum een grote constructie. Je ziet de Franse en Amerikaanse manager. In beide kostuums herken je elementen van het kubisme. Beschrijf 3 elementen van het kubisme die je herkent in (een van) de kostuums.
Slide 13 - Open question
Bertolt Brecht ontwikkelde het episch theater waarin hij onder andere gebruik maakte van vervreemdingseffecten. Leg uit met welk doel Brecht vervreemding gebruikte.
Slide 14 - Open question
Check...
Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.