Project w2

Zakelijke communicatie  W2 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zakelijke communicatie  W2 

Slide 1 - Slide

Opdrachten week 1
3 brief aan verzekering met juiste adressering, aanhef en afsluiting
6 check, check dubbelcheck. 
Pak je brieven erbij en kijk na!

Slide 2 - Slide

Jayden Botervloot
Guldenplein 10
3627 EZ VLEUTEN

Vleuten, 10 januari 2024

ONVZ
T.a.v. mevrouw G. de Hoop
Postbus 392
3990 GD HOUTEN

Betreft: aanvraag verzekeringspas

Geachte mevrouw De Hoop, 


Met vriendelijke groet,






Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je een adres/enveloppe?
Volgorde adresregels 
1. Naam (bedrijf, afdeling, t.a.v. persoon of afdeling)
2. a. Straatnaam en huisnummer (en eventuele toevoeging) 
2  b. Of postbus en postbusnummer 
2 c. Of antwoordnummer 
3. Postcode en plaatsnaam

Lees en maak 7: Nu op de post  
Klaar? Maak 8: Lees de informatie goed door en maak brief Beestenboelig, lever in in teams

Slide 4 - Slide

klachtbrief
Inleiding• Geef aan dat je een klacht hebt en waarom. • Noteer de belangrijkste gegevens zoals datum en klant-/factuurnummer.

Kern • Geef de details van de situatie, wat was er afgesproken. • Geef aan wat je niet acceptabel vond. • Gebruik voor iedere klacht een aparte alinea.
 Je mag natuurlijk wel schrijven dat je boos en teleurgesteld bent.


Slide 5 - Slide

klachtbrief
Slot • In het slot kun je aangeven wat de situatie met jou doet (boos, teleurgesteld). • Geef aan wat je van de ontvanger verwacht. • Geef aan wat voor jou een acceptabele oplossing is • Geef aan hoe en binnen welke termijn je een antwoord verwacht. • Blijf zakelijk, gebruik geen emotie. • Gebruik geen uitroeptekens, vetgedrukte tekst of overbodige hoofletters. •

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Lees en maak 7: Nu op de post
Maak 5 : zoek de fout
Maak 8: brief beestenboelig 
Lees eerst goed door en schrijf de brief.
maak: slottest
Inleveren in teams: 5 en 8
portfolio opdracht 9 
 

Slide 7 - Slide

Welkom LIS 
Project W2: tegel redigeren 

maar eerst: zelf nakijken huiswerk. Zie teams voor feedback op je klachtbrief


Slide 8 - Slide

Wat is redigeren?

Slide 9 - Slide

Huisstijl
Al deze elementen worden steeds op dezelfde manier gebruikt in bijvoorbeeld presentaties, briefpapier, visitekaartjes, offertes, facturen, enveloppen, de website, e-mails en bedrijfskleding.

 

Slide 10 - Slide

Inhoud
Als je een tekst controleert, let je op of de inhoud klopt.
Daarbij controleer je bijvoorbeeld namen, telefoonnummers en andere feiten die genoemd worden in de tekst

Slide 11 - Slide

Taal
Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. 

Werkwoordspelling
Als je eenmaal weet hoe het werkt, heb je er altijd voordeel van.
Moeilijke woorden
Veel woorden kun je leren, dan schrijf je die nooit meer fout. 
Interpunctie
Een komma op de juiste plek zorgt ervoor dat je boodschap duidelijk overkomt. 


Slide 12 - Slide

welke regels voor ww spelling ken je?

Slide 13 - Open question

wanneer plaats je een komma?

Slide 14 - Open question

Wanneer een komma?

- Als je een zin uitspreekt, hoor je dan rust of verschil in toonhoogte? Dan gebruik je een komma

- tussen twee werkwoorden: als jij niet belt, bel ik zelf

- voor voegwoorden zoals omdat, doordat, terwijl, maar

- bij een opsomming, 

- bij een aanspreking zoals Jim, kom je zo eten?

NOOIT VOOR HET WOORD EN

Slide 15 - Slide

Wanneer een dubbele punt?
  Met een dubbele punt geef je aan dat er daarna iets komt. Dit kan zijn: 
• een opsomming (Ik wens je: geluk, gezondheid en veel liefde); • een citaat of directe rede (Hij zei: “Denk even na, voordat je zoiets zegt.”); 
• de oorzaak of reden (Hij kwam niet naar het feestje: hij voelde zich ziek.). 

Slide 16 - Slide

Stijlfouten
pleonasme 

Bij een pleonasme wordt een eigenschap die al onlosmakelijk aan een begrip verbonden is, ook benoemd door een ander woord. 

 een houten boomstam, gele boterbloemen, de hete zon en de uiterste limiet.

De wedstrijd wordt dadelijk weer hervat.
Dit is een verbetering ten goede.
Het is noodzakelijk dat we de tekst nog eens moeten doorlopen.
Weet jij hoelang we in Nederland verplicht zijn autogordels te moeten dragen?



Slide 17 - Slide

Stijlfouten
tautologie

Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd.
voorbeelden:

Niettemin ben ik toch tevreden.
We wisten dit reeds weken al.
Misschien hebben ze wellicht een oplossing.
Natuurlijk zullen we vanzelfsprekend snel reageren.
Vermoedelijk moet je misschien een ander nummer bellen.








Slide 18 - Slide

Stijlfouten
contaminatie

Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt
voorbeelden:

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).

Opdracht stijlfouten maken!








Slide 19 - Slide

Twijfeltaal los vast: 

Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.  
rug en zak > rugzak 
voorbeelden: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink. 
regel: samenstellingen schrijf je aan elkaar, tenzij het problemen geeft met uitspraak> klinkerbotsing dan streepje ertussen
milieu-inspectie, auto-ongeluk



Slide 20 - Slide