We gaan de komende weken aan de slag met 'Meer dan lezen'
De volgende onderwerpen komen aan bod:
Tekstverbanden
Signaalwoorden
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Het leerdoel voor de komende periode is:
Ik kan testverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Subdoelen (op eigen tempo)
Ik kan een opsommend verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een chronologisch verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een tegenstellend verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een toelichtend verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een concluderend verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een oorzakelijk verband herkennen aan signaalwoorden.
Ik kan een redengevend verband herkennen aan signaalwoorden.
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Ga zelfstandig aan de slag met de opdracht.
Klaar?
Checken in duo's
Maak verdiepende opdrachten
Lezen
Ander vak
Slide 4 - Slide
Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:
Ik kan testverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Welke subdoelen heb je al behaald?
Slide 5 - Slide
Onderwerp
Slide 6 - Slide
Onderwerp
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
Lees de tekst oriënterend!
De titel
De inleiding (vaak vet gedrukt)
De bron (wie heeft de tekst geschreven?)
Tussenkopjes (de titels van alinea)
Illustraties (plaatjes/lijstjes/grafieken enz)
Anders gedrukte woorden (deze zijn vaak belangrijk)
Slide 7 - Slide
Onderwerp
Wat is het onderwerp van de volgende tekst?
Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.
Slide 8 - Slide
Wat weet je nog?
Klassikaal nakijken
Slide 9 - Slide
Weektaak
Wat moet je maken? Paragraaf 1: Meer dan lezen
Voorkennis testen (oefentoets)
Opdracht 1 tot en met 5 (blz. 10 tot en met 12) Als je samen met mij de opdracht wil maken of een tekst lezen, geef dat aan!
Wat moet je doen als je klaar bent?
Steek je hand op en dan kom in bij je langs
Bij akkoord krijg je een nakijkformulier
Klaar met nakijken?
Ga aan de slag met verdiepende opdrachten
Lezen
Bezig met een ander vak
Slide 10 - Slide
Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:
Ik kan testverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Welke subdoelen heb je al behaald?
Slide 11 - Slide
Tekstverbanden - signaalwoorden
Slide 12 - Slide
Opsommend verband
Slide 13 - Slide
Signaalwoorden
Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet.
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.
Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school.
--> Er wordt iets OPGESOMD!
Slide 14 - Slide
Opsomming
Een opsommend verband geeft aan dat zaken achter
elkaar worden opgenoemd.
Signaalwoorden die een opsomming aangeven zijn:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, en, ten slotte.
Daarnaast geven getallen (1 - 2 - 3)
of
dots (*) ook aan dat je te maken hebt met een opsomming
Belgen maken grappen over Nederlanders, Engelsen over Schotten, Duitsers over Polen, Turken over Grieken en ga zo maar door.
Wat wordt er opgesomd? Wat is het signaalwoord?
Slide 15 - Slide
Schrijf een kort verhaaltje over het bakken van pannenkoeken.
Gebruik de bijbehorende signaalwoorden.
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, en, ten slotte.
Slide 16 - Slide
Weektaak
Wat moet je maken? Paragraaf 1: Meer dan lezen
Voorkennis testen (oefentoets)
Opdracht 1 tot en met 5 (blz. 10 tot en met 12) Als je samen met mij de opdracht wil maken of een tekst lezen, geef dat aan!
Wat moet je doen als je klaar bent?
Steek je hand op en dan kom in bij je langs
Bij akkoord krijg je een nakijkformulier
Klaar met nakijken?
Ga aan de slag met verdiepende opdrachten
Lezen
Bezig met een ander vak
Slide 17 - Slide
Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:
Ik kan testverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.