Oefenen 6.1 t/m 6.4

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Oefenen 6.1 t/m 6.4

Welke stof behoort tot de groep van stoffen met de algemene formule: CnH2n + 2

1. alkaan
2. alkeen
3. aardolie
4. koolstofdioxide

Wat geldt voor de verhouding tussen het aantal 

C-atomen en het aantal
H-atomen in alkenen? 

1. aantal C: 1 aantal H: 1
2. aantal C: 2 aantal H: 1
3. aantal C: 1 aantal H: 2
4. aantal C: 3 aantal H: 2

In de structuurformule van C-C-C=C zijn de waterstofatomen weggelaten.

Hoeveel waterstofatomen bevat een molecuul van de stof met deze structuurformule?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Geef de naam van de volgende structuurformule:

(let op notatie)

Een alkaan bevat 30 H-atomen. Hoeveel C-atomen bevat dit alkaan?

1. 14
2. 60
3. 15
4. 120

Versleep de onderdelen naar de juiste plek.

Verzadigd

Onverzadigd

Alkanen

Alkenen

Enkelvoudige binding tussen C-atomen

1 of meer dubbele bindingen tussen C-atomen

De koolwaterstoffen die hiernaast staan horen bij dezelfde groep. Welke groep is dit?

1. alkanen
2. alkenen
3. alcoholen

Wat is de juiste naam?

1. hexanol
2. hexaan-5-ol
3. hexaan-1-ol
4. hexaan-2-ol

Wat is de juiste naam?

1. butanol
2. butaandiol
3. butaan-1,1-diol
4. butaan-1,4-diol

sleep de juiste naam bij de juiste structuur

methaanzuur

butaanzuur

ethaanzuur

hexaandizuur

sleep de juiste naam bij de juiste structuur

butaan-1-amine

methaanamine

methaandiamine

Wat is de juiste naam?

1. ethaanzuur
2. propanol
3. hydroxypropaan
4. propaanzuur

Bij een additie reactie worden er atomen in een molecuul ...

1. toegevoegd
2. vervangen.
3. verwijderd

Bij een substitutie reactie worden er atomen in een molecuul ...

1. toegevoegd
2. vervangen.
3. verwijderd

De additie van waterstof aan but-1-een geeft hetzelfde molecuul als de additie van waterstof aan but-2-een

1. Waar
2. Niet waar

De substitutie van ethaan met 1 molecuul broom (Br2) geeft:

1. 1,2 dibroomethaan en H2
2. broomethaan en HBr

Teken de ester van ethaanzuur en propanol

Uit welk zuur en welk alkanol bestaat deze ester?

Dit vet is gemaakt uit
glycerol en .......

1. palmitinezuur
2. linolzuur
3. oliezuur
4. stearinezuur

Hoeveel C=C bindingen komen
voor in dit molecuul?

1. 7
2. 4
3. 3
4. 5