Starttaak blz. 226

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

huis
Het grootste deel van de Nederlanders woont in een rijtjeshuis.
flat
Een flat is een heel groot gebouw waar veel mensen wonen. 
villa
Een villa is een vrijstaand huis. Het huis staat dan los van andere huizen.
tiny house
Een tiny house is een klein huisje. Dit is hip onder jongeren die zo min mogelijk spullen willen.
woonboot
Een woonboot is een drijvend huis op het water.
Je kunt op verschillende manieren wonen in Nederland. Je kunt in een huis, in een flat of op een boot wonen. Je kunt ook met verschillende mensen wonen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wie volgen we?
Op de volgende slides zien we hoe verschillende leerlingen in Nederland wonen.

We volgen twee personen die allemaal anders wonen. 

Bekijk de video en beantwoord de vragen. 

Bespreek daarna met de klas hoe jij woont en met wie je woont.


Romen
Romen woont met zijn familie op een woonwagenkamp.
Joaquin
Joaquin woont in een gesloten instelling.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions


Romen legt in de video uit wat het verschil is tussen een woonwagen en een huis. Wat is het verschil?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions


Romen zegt dat mensen best bang zijn voor kampers. Waarom is dat?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions


Wat vind jij van het leven van Romen op het kamp? Leg uit.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions


Waarom zitten sommige kinderen in een gesloten instelling?
A
voor straf
B
omdat ze hulp nodig hebben

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


"Leerlingen zitten vrijwillig in een gesloten inrichting." Deze uitspraak is ...
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Extra informatie: Een rechter moet dit beslissen. 
Wat vind jij van het leven van Joaquin in een gesloten instelling?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Hoe en met wie woon jij?

Slide 13 - Mind map

Bespreek klassikaal of in groepjes hoe leerlingen wonen. 

Extra opdrachten:
Huiswerk: Laat een leerling een voorwerp meenemen wat zijn/haar woning symboliseert
Maak een foto van je kamer en vertel aan de hand van de foto hoe je woont.
Leg in eigen woorden uit wat het woord ergeren betekent.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les: 

Kan je drie dingen noemen die je woonergernissen geven.
Kan je drie dingen noemen die je woonplezier geven.  

Slide 15 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Instructie 
Je maakt opdracht 1B

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Instructie 
Je maakt opdracht 1C

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 
Je maakt opdracht 2

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 
Je maakt opdracht 3

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Je moet met elke vijftigplusser die je tegenkomt een vraaggesprek voeren

OF

Je moet iedereen die je tegenkomt een hand geven.

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Afsluiting
Even terug naar de doelen: 

  • Kan je drie dingen noemen die je woonergernissen geven.
  • Kan je drie dingen noemen die je woonplezier geven.  

Slide 22 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.