1.
2.
3.
4.
5.
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
1. zoek de pv door de zin in een andere
tijd te zetten
Jan gaat lopen
Jan ging lopen
Wie+ wg?
Wie gaat lopen?
antwoord: Jan
Stel de vraag om het Lijdend voorwerp te zoeken.
Wat + wg + ond?
Wat gaat Jan lopen?
antwoord: deze vraag kun je niet stellen
geen lv
Jan koopt een scooter.
Zoek het lv.
Vraag: Wat koopt Jan?
antwoord: een scooter
pv=
wg=
o=
lv=