Planning hoofdstukken: schrijven
9. Duidelijk taalgebruik: bladzijde 38
10. De lezer boeien: bladzijde 42
11. De lezer amuseren: bladzijde 46
24. Formeel & informeel taalgebruik: bladzijde 98
25. Lezer overtuigen: bladzijde 102
26. De lezer activeren: bladzijde 106
39. Spreektaal, schrijftaal & jargon: bladzijde 158
40. Vorm & opmaak: bladzijde 162
41. Publiek en medium: bladzijde 166
Afronding: schrijfopdracht: inleveren via de elo (2x)