1MH

Bienvenue 
Lundi 17 juin et mercredi 19 juin
  • Ik kan korte, eenvoudige teksten lezen en begrijpen over onderwerpen die relevant zijn voor mijn dagelijkse omgeving en voor de thema's die we dit jaar hebben gestudeerd 


Tu as besoin de: livre, ordinateur, werkblad

Programme:
  • Brainstorming tips en strategiëen
  • Questions sur lessonUp
  • Zelfstandig oefenen (leestoets, exercices en ligne)
  • Mega quiz
  • Derniers tips 
  • Au revoir 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue 
Lundi 17 juin et mercredi 19 juin
  • Ik kan korte, eenvoudige teksten lezen en begrijpen over onderwerpen die relevant zijn voor mijn dagelijkse omgeving en voor de thema's die we dit jaar hebben gestudeerd 


Tu as besoin de: livre, ordinateur, werkblad

Programme:
  • Brainstorming tips en strategiëen
  • Questions sur lessonUp
  • Zelfstandig oefenen (leestoets, exercices en ligne)
  • Mega quiz
  • Derniers tips 
  • Au revoir 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke leesstrategieën ken je?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

  • (voorspellend / oriënterend lezen)
  • skimmen / globaal lezen: waar gaat het over (titels, afbeeldingen)
  • voorkennis gebruiken
  • scannen / zoekend lezen: info vinden (alinea/zinnen met de info)
  • betekenis van woorden afleiden of raden

  • gedetailleerd lezen
  • structuur ontdekken en gebruiken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Texte 1
J'adore les vacances

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wie is sportief?
A
Gabin
B
Aaron
C
Gabin en Aaron

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie reist met het openbaar vervoer?
A
Gabin
B
Aaron
C
Gabin en Aaron

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel kinderen hebben Gabins ouders?
A
1
B
2
C
3

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Texte 2
Turbo champion

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Noteer drie woorden uit de tekst die je herkent uit het Engels/NL (of en andere taal)

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wie is Turbo ?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Il a la médaille d'or betekent:
A
Hij heeft de bronzen medaille.
B
Hij heeft de zilveren medaille.
C
Hij heeft de gouden medaille.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

texte 3
Le passeport de Christelle Dumas

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Christelle Dumas is Française.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Christelle Dumas is in november geboren.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Christelle Dumas is erg groot.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Christelle Dumas heeft blauwe ogen.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

texte 4
Ma nouvelle chambre

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet Alains slaapkamer eruit? 3 kenmerken

Slide 19 - Open question

groot,super, gele muren, klein balkon, meubels, posters 
Wat voor soort boeken staan er in zijn grote Ikea kast?

Slide 20 - Open question

stripboeken; Kuifje en Astérix
De posters op de muur hebben te maken met
A
sport
B
muziek

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Tips

1. Préparation
  • Herhaal woorden uit U1-U4, omdat dit veelgebruikte woorden zijn in het Frans (bijvoorbeeld met studygo).
  • Probeer regelmatig korte teksten te lezen en test je begrip (tijdens de lessen, met de online methode, met lingua, bijvoorbeeld).

2. Tijdens de leestoets
  • lees de vragen goed door
  • Gebruik leesstrategieën (context gebruiken om de betekenis van woorden/zinnen te achterhalen, kennis van andere talen gebruiken, globaal lezen (titels, afbeeldingen)
  • Onderstreep of markeer de woorden die je begrijpt en probeer op basis daarvan de betekenis van de hele zin te begrijpen.
  • Probeer niet te snel door de tekst heen te gaan.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets
Extra oefenen, vocabulaire

  • Travail individuel 
  • Probeer de tips te toepassen
  • Stel je vragen 
1. Maak de oefentoets 
2. Oefen leesvaardigheid en/of voca
  • Liste vocabulaire quizlet, studygo 
  • Links in de SW (liste quizlet, lingua)
  • Lingua (A1 - A2)
  • In de onlinemethode: lire onderdelen van elke unité, menus au choix

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

  1.  C (1pt)
  2.  een interview (1pt)
  3.  Twee van de volgende punten: (2pt)
    - Hij is elf jaar.
    - Hij zit in de Franse brugklas.
    - Hij zit in een grote klas.
    - Er zitten dertig leerlingen in zijn klas
  4. a = faux, b = vrai, c = faux (3 pt, 1 per stelling)
  5.  F D B A E C (6 x 0.5 = 3 pt)
  6.  Nee, hij kan zich moeilijk concentreren omdat hij naar muziek luistert. (2 pt, 1 voor goede antwoord en 1 voor uitleg)
  7. een concert voorbereiden (1 pt)
  8. woensdag, om half vijf / 16.30 uur, trompet, meneer Demaillat. In tekst 1 staat dat hij op woensdagmiddag om half vijf een atelier heeft. Dit is het enige atelier dat op woensdag om 16.30 uur begint. (2 pt, 1 voor goede antwoord en 1 voor uitleg)
15 pt totaal

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets
Extra oefenen, vocabulaire
Zelfstandig werk

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Blooket

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

  • Oefen je woordjes U1-U4 (studygo, quizlet)
  • Oefen met lingua, je onlinemethode (lire onderdelen) 
  • Tijdens de toets: titels, afbeeldingen, woorden die lijken op het engels/nl, lees de vragen zorgvuldig (en beantwoord alle vragen!)

Wil je een tip/strategie delen voor toetsweek, leestoets etc?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions