Zegt iets over een:
- Werkwoord: Hij fietst hard door de straten.
- Bijvoeglijk naamwoord: Het werkstuk is zeer goed.
- Ander bijwoord: Hij liegt bijna nooit.
Ook bijwoorden zijn:
- Opvulwoorden: ook, toch, niet, wel, immers, misschien, etc....
- Tijdsaanduidingen: morgen, vandaag, nu, straks, later, nooit.