Het middenstuk

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vorige les

Vorige les hebben we gekeken naar de inleiding.

  •  Welke twee functies heeft de inleiding?
  • Aandacht trekken en onderwerp introduceren
  •  Welke 4 manieren ken je om de aandacht te trekken?
  • voorbeeld, geschiedenis, actualiteit en lezersbelang
  •  Welke 4 manieren ken je om het onderwerp te introduceren?
  • vragen stellen, probleem formuleren, mening verkondigen en opbouw van de tekst aangeven

Slide 2 - Slide

Bekijk de inleiding

Ga nu in tweetallen elkaars inleidingen bekijken en probeer te achterhalen op welke manier de aandacht wordt getrokken en hoe het onderwerp wordt geïntroduceerd.


Geef aan welke inleiding het aantrekkelijkst is en waarom je dat vindt.

(+/- 10 minuten)

Slide 3 - Slide

Deze les: Het middenstuk

Het grootste deel van een tekst is het middenstuk.

 

Je hebt de aandacht van de lezer getrokken in de inleiding en het onderwerp geïntroduceerd. Nu ga je in dit deel het onderwerp uitwerken door verschillende deelonderwerpen te belichten in de alinea's.

Slide 4 - Slide

Deelonderwerpen

Je kunt de deelonderwerpen het best formuleren als vragen.

Die vragen gebruik je wanneer je je documenteert.

Dit zijn dan de vragen waarop je in de tekst antwoord gaat geven.

Je kunt boven de alinea's in je tekst een tussenkop plaatsen passen bij het deelonderwerp. Dit werkt verhelderend voor de lezer. Doe dit echter niet bij elk deelonderwerp.


  • Formuleer de deelonderwerpen als vragen
  • noteer de antwoorden in trefwoorden en korte zinnen
  • Geef zo nodig toelichting
  • Geef geregeld een voorbeeld.

Slide 5 - Slide

Tekststructuur

Veel teksten hebben een vaste opbouw.

De bekendste tekststructuren zijn:

  • Vraag en antwoord
  • aspecten
  • verleden/heden/toekomst
  • verklaring
  • probleem/oplossing
  • voor- en nadelen
  • argumentatie

Slide 6 - Slide

Wat schrijf je in het middenstuk bij de verschillende tekststructuren
  • Vraag/antwoordstructuur: De antwoorden op de vragen in de inleiding
  • Aspectenstructuur: diverse aspecten van een onderwerp
  • Verleden/heden/toekomststructuur: Situatie vroeger, situatie nu, situatie in de toekomst
  • Verklaringstructuur: kenmerken, voorbeelden, oorzaken en gevolgen
  • Probleem/oplossingstructuur: Gevolgen (waarom is het een probleem?), oorzaken, oplossingen
  • Voor- en nadelen structuur: voor- en nadelen
  • Argumentatiestructuur: Argumenten vóór de stelling, weerlegging tegenargumenten 


Meer uitleg staat op bladzijde 25 van je lesboek.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bouwplan

Vóór je gaat schrijven is het verstandig om een bouwplan te maken.

Hierin schrijf je kort wat je in de inleiding en het slot wilt hebben staan, je geeft je deelonderwerpen aan en de antwoorden hierop. De structuur van je tekst wordt hierdoor duidelijk en het biedt je inzicht in jouw te schrijven tekst.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld van een bouwplan op blz 56 van je boek

Slide 10 - Slide

We maken samen een bouwplan

We maken een bouwplan voor een tekst over 'studiekeuze'

1. Kies een benadering (HATMKP)

2. Formuleer een hoofdgedachte (Wat zeg je over het ow)

3. Bedenk minstens 4 deelonderwerpen (formuleer als vraag)

4. Werk kort de deelonderwerpen uit.

5. Noteer kort de inhoud van de inleiding (aandacht trekken: VoGeAcBe, introductie onderwerp: VraProMenOp)

Slide 11 - Slide

Zelf doen
Maak opdracht 5 van bladzijde 57

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide