What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 21 voornaamwoorden
Woensdag 04-09 - vwo 2
Terugblik: voornaamwoorden (welke hebben we al behandeld)
Grammatica: vervolg voornaamwoorden met uitleg
Aan de slag!
Toets maandag 09-09
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woensdag 04-09 - vwo 2
Terugblik: voornaamwoorden (welke hebben we al behandeld)
Grammatica: vervolg voornaamwoorden met uitleg
Aan de slag!
Toets maandag 09-09
Slide 1 - Slide
Vorige les geleerd...
...om voornaamwoorden te herkennen en te benoemen.
Slide 2 - Slide
Deze les ga je leren...
...om de voornaamwoorden van hoofdstuk 21 te herkennen en benoemen.
Slide 3 - Slide
Voornaamwoorden
- persoonlijk voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- aanwijzend voornaamwoord
- betrekkelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
- wederkerig voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- onbepaald voornaamwoord
- telwoord
Slide 4 - Slide
Wederkerende voornaamwoorden
Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden
Slide 5 - Slide
Wassen
Wederkerend of niet?
Slide 6 - Slide
Wassen
Wederkerend of niet?
Niet wederkerend -->
Ik was
me
.
Ik was
de hond.
Slide 7 - Slide
Wederkerig voornaamwoord
Dit zijn alle wederkerig voornaamwoorden:
elkaar(s), elkander(s), mekaar(s)
Voorbeeld:
De wereldleiders gaven
elkaar
de hand.
Slide 8 - Slide
Wederkerende voornaamwoorden
Persoonlijk
Wederkerend
ik
me/mij
jij/je
je
hij/zij/het
zich
wij
ons
jullie
je/jullie
zij
zich
Wederkerende voornaamwoorden
Slide 9 - Slide
Vragend voornaamwoord
Er zijn 4 vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welke, wat voor (een)
Vervangt een persoon of ding & staan vaak vooraan
Slide 10 - Slide
Onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn: iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).
Een onbepaald voornaamwoord
verwijst
naar iets
vaags
. Dat kunnen
personen of dingen zijn.
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Lees blz. 86
Maak opdr. 1, 2 (blz 86)
Oefentoets maken (thuis)
Slide 12 - Slide
Toets alle woordsoorten
Woordsoorten:
zn = zelfstandig naamwoord
olw / blw = lidwoorden
(aangeven bepaald of onbepaald)
bn = bijvoeglijk naamwoord
bw = bijwoord
vz = voorzetsel
pvnw = persoonlijk voornaamwoord
bez. vnw = bezittelijk voornaamwoord
tw= telwoorden
(niet specifiek benoemen)
avnw = aanwijzend voornaamwoord
vvnw = vragend voornaamwoord
onb. vnw = onbepaald voornaamwoord
bet. vnw = betrekkelijk voornaamwoord
bet. vnw met ingesloten antecedent =
betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
ww = werkwoorden
(niet specifiek benoemen gewoon ww)
w.kerend vnw = wederkerend voornaamwoord
w.kerig vnw = wederkerig voornaamwoord
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Onbepaald voornaamwoord & betrekkelijk voornaamwoord
December 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefenen voor SO Grammatica
February 2023
- Lesson with
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HV2 week 14 les 1 Grammatica: uitleg telwoord
April 2023
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
De woordsoort van wat
March 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Les 21 voornaamwoorden
September 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
De woordsoort van wat
March 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H.3 Grammatica - De woordsoort van wat
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H1: herhalen woordsoorten (H oefenen) + vwo: vnw bw
October 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1