- Je kunt hoofd- en bijzinnen van elkaar onderscheiden.
- Je herhaalt alle woordsoorten van klas 2 vwo .
- voornaamwoordelijk bijwoord
- betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
- Je kunt hoofd- en bijzinnen van elkaar onderscheiden.
- Je herhaalt alle woordsoorten van klas 2 vwo .
- voornaamwoordelijk bijwoord
- betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
- vragend vnw.
- aanwijzend vnw.
- betrekkelijk vnw.
- onbepaald vnw.
- hoofdtelwoord: bepaald en onbepaald
- rangtelwoord: bepaald en onbepaald
- voegwoord: onderschikkend en nevenschikkend
- bijwoord
- Bestaat uit twee delen
Deel 1: bijwoorden (er, hier, waar, daar)
Deel 2: voorzetsel (in, aan, op, mee, naast)
Wat zijn dit voor woorden dan?
erheen, hiernaartoe, waarop
- De delen kunnen zich ook opsplitsen in een zin
Daar kun je niet veel uit afleiden.
Wil je me daar nog even over inlichten?
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst terug naar een woord, groep woorden of zin dat ervoor staat (= antecedent).
Waar is de hond die hij geweldig vond?
Er kan ook sprake van zijn dat het antecedent er niet voor staat, maar dat het bij het voornaamwoord ingesloten is.
Tip:
Kun je wie of wat vervangen door degene die of dat wat?
Dan heb je te maken met een betr. vnw. m.i.a.
Wat je mij hebt verteld, zal ik geheimhouden.
Wie de wedstrijd wint, is nummer één!