meteoriet

wat gaan we doen?
  1. dictee woorden oefenen quizlet
  2. verhaal hunebedmuseum afmaken
  3. vragen bij tekst meteoriet maken
  4. lezen in groepen
  5. schrijfopdracht 
  6. filmpje met ondertiteling
  7.  feest
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

wat gaan we doen?
  1. dictee woorden oefenen quizlet
  2. verhaal hunebedmuseum afmaken
  3. vragen bij tekst meteoriet maken
  4. lezen in groepen
  5. schrijfopdracht 
  6. filmpje met ondertiteling
  7.  feest

Slide 1 - Slide

tientallen
bijzonder

Slide 2 - Slide

de eigenaar
terecht komen

Slide 3 - Slide

inslaan
 doorboren

Slide 4 - Slide

de vondst
iets wat je vindt
waargenomen
waarnemen/zien

Slide 5 - Slide

zelden = bijna niet
verbrijzelen

Slide 6 - Slide

Verband signaalwoorden
tegenstelling              maar, toch, echter
oorzaak of reden omdat, daardoor, want, daarom, doordat, immers
opsomming en, of, ook, ten eerste…, ten tweede…, daarna, verder, bovendien, daarnaast, zowel… als…
Voorbeeld 1: De vuurbol was door meerdere mensen in Nederland gezien. De bewoners hadden echter niets gemerkt.  


Slide 7 - Slide

Het verband is hier een tegenstelling. Men denkt meerdere mensen hebben iets gezien, maar de bewoners hebben niets gemerkt. Hier is een verschil, een tegenstelling tussen wat meerdere mensen hebben gemerkt en wat de bewoners hebben gemerkt

Voorbeeld 2: De bewoners hadden niets gemerkt want ze waren niet thuis.

Slide 8 - Slide

In deze zin wordt een oorzaak of reden gegeven. Je ziet dat aan het signaalwoord ‘want’. De bewoners hadden niets gemerkt van het inslaan van de meteoriet. De reden is dat ze niet thuis waren.  

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 3: Twee experts van Naturalis, Marco Langbroek en Leo Kriegsman, onderzochten de steen.

Slide 10 - Slide

Het verband is hier een opsomming. Er worden twee experts van Naturalis opgesomd: Marco Langbroek en Leo Kriegsman. Dat zie je aan het signaalwoord ‘en’.

Slide 11 - Slide

schrijf een mail/brief
Je wilt op je verjaardag de docenten trakteren op een taart. Je wilt de taart zelf bakken. Een vriend van jou kan heel lekkere taarten bakken. Schrijf hem een brief en vraag hem of hij aan jou het recept van zijn taart wil sturen. 
Vertel je  vriend ook waarom je de taart wilt maken.

Slide 12 - Slide


A
het fort
B
de macht
C
het huis
D
de brug

Slide 13 - Quiz


A
de brug
B
het fort
C
de soldaat
D
de afstand

Slide 14 - Quiz


A
de blikopener
B
de kompas
C
de verrekijker
D
de schroevendraaier

Slide 15 - Quiz


A
het gebied
B
veroveren
C
oorspronkelijk
D
het rijk

Slide 16 - Quiz


A
de schroef
B
de hamer
C
de waterpomptang
D
de schroevendraaier

Slide 17 - Quiz

wat is waargenomen?
A
iets zien
B
iets niet zien
C
iets doen
D
iets niet doen

Slide 18 - Quiz

wat is zelden?
A
bijna
B
bijna niet
C
niet
D
soms

Slide 19 - Quiz

wat is verbrijzelen?
A
in twee stukken breken
B
in veel stukken breken
C
rijzen
D
ijzelen

Slide 20 - Quiz

Het vliegtuig is in het gras...
A
terecht
B
gekomen
C
recht gekomen
D
terecht gekomen

Slide 21 - Quiz


A
de handleiding
B
het formulier
C
de reclamefolder
D
het krantenbericht

Slide 22 - Quiz

Hij komt ....................
uit Amerika.
A
even
B
macht
C
oorspronkelijk
D
eigen

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video