1 vmbo-kgt 6.1 Voortplanting bij planten en dieren: Bloemen

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.1 Bloemen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.1 Bloemen

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
nieuw thema: thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.1 Bloemen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je de delen van een bloem benoemen
- kan je de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem

Slide 5 - Slide

bloemen

Slide 6 - Mind map

Inleiding
De meeste mensen vinden bloemen mooi en gebruiken ze als versiering.
Ook doen mensen elkaar bloemen cadeau.

Slide 7 - Slide

Bloemen kun je kopen in bloemenwinkels en op de markt. Er zijn veel verschillende bloemen.

Bloemen zijn organen van zaadplanten.

De functie van bloemen is voortplanten.

Slide 8 - Slide

6.1 Bloemen
Op de afbeelding links zie je een witte dovenetel.

De bloem bestaat uit een wit en een groen deel:
- witte deel = bloemkroon
- groene deel = bloemkelk



Slide 9 - Slide

In de bloem zitten de voortplantingsorganen: de meeldraden en de stamper.

Slide 10 - Slide

6.1 Bloemen
Bloemen kunnen er heel verschillend uitzien. Toch hebben de meeste bloemen ongeveer dezelfde bouw.

Voor de toets is het belangrijk dat je alle onderdelen van een bloem kan benoemen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De bloemkelk bestaat uit kelkbladeren.
Deze zijn meestal groen.

De bloemkelk beschermt de bloem in de knop tegen uitdroging en kou.

Slide 13 - Slide

De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren.
Bij veel planten zijn de kroonbladeren groot en opvallend gekleurd.

Hun functie is dan het lokken van insecten.

Slide 14 - Slide

6.1 Bloemen
Bij andere planten zijn de kroonbladeren klein en groen, bijvoorbeeld bij grassen.

Bij deze planten valt het bijna niet op dat ze bloemen hebben.

Slide 15 - Slide

6.1 Bloemen
De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van een plant. Een meeldraad bestaat uit een helmdraad en een helmknop.

In de helmknop zit stuifmeel. Stuifmeel bestaat uit heel kleine korrels: de stuifmeelkorrels. Stuifmeelkorrels zijn de mannelijke geslachtscellen van een plant.
Als het stuifmeel rijp is, barst de helmknop open. Het stuifmeel komt dan vrij.

Slide 16 - Slide

De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een plant. Een stamper bestaat uit een stempel, een stijl en een vruchtbeginsel.
In het vruchtbeginsel zitten 1 of meer zaadbeginsels.

In elk zaadbeginsel zit 1 eicel. Een eicel is een vrouwelijke geslachtscel.
In elke eicel zit een celkern. Ook stuifmeelkorrels hebben een celkern.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

VRAGEN?

Slide 20 - Slide

zelf aan de slag
6.1 Bloemen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2, 3, 5 en 6 maken
(vanaf blz. 149)




Slide 21 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de delen van een bloem benoemen
- kan je de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem

Slide 22 - Slide